17 april
"Waarde Bert"
Dit is de laatste week van mijn geliefde collega Bert voor hij met pensioen gaat. Samen hebben wij de afgelopen jaren veel lief en leed gedeeld. Als voormalig directeur heeft hij aan de basis gestaan van een piepkleine humanistische omroep, die gegroeid is naar een prille staat van volwassenheid. Daar had een bescheiden bubbeldrank en een omhelzing bij gepast. Noodgedwongen waakt Bert nu vanuit zijn quarantaine aan de Waddenzee, bewapend met spade en riek, over ons zieleheil.
"Let op de tegenstellingen in Nederland," houdt hij mij via de telefoon voor. "Die worden juist nu alleen maar scherper." Hij wijst op ons permanente onderzoek naar de thuiszorg en mantelzorg. Mensen die oud en relatief arm zijn, sterven deze dagen bij de bosjes, vergeten en afgedankt. Ook brengt hij een serie ter sprake die we nu maken over kansenongelijkheid in het onderwijs. Kinderen uit lager opgeleide milieus zijn slechter af dan ooit. Uit de systemen verdwenen en in de knop afgedankt.
Zijn scherpe blik, waaraan Nederland onder andere de Nipkow-winnende serie Schuldig dankt, is nu Bert’s afscheidscadeau aan Human. Ons afscheidscadeau aan hem zal het voortleven van die scherpe blik zijn: in mijn collega’s, in mij en in iedereen die ons zal opvolgen. Beter dan bubbels, gepaster ook.
Pek en veren
Waar een deel van de onderkant van de samenleving sterft en wegkwijnt, valt het scherpe licht deze dagen ook op een deel van de bovenkant. Op mensen die vinden dat de lockdown voor iedereen geldt, behalve voor hen. De KNVB is daar een voorbeeld van. Alles moet stoppen, maar niet de eredivisie. En wee de bezorgde burgemeester die daar iets van durft te zeggen. Die wacht pek en veren.
Of neem de ruziënde 50Plus-partij die tegen alle regels in groot gezelschap samenkomt. En dan heb ik het nog niet over de tallozen die vinden dat iedereen de straat weer op mag, met uitzondering van ouderen. Mijn vrouw, onderwijzers van beroep, heeft een uitdrukking voor dat gedrag:“Ja, maar wij komen uit Bentveld (spreek uit: Bántvált).” Er zijn ouders die vinden dat alle kinderen om half negen op school moeten zijn, behalve als ze woonachtig zijn binnen de grenzen van hun villadorp in de duinen.
Deze dagboekaantekening begint op een klaagzang te lijken, maar dat is mijn bedoeling niet. Bovendien maant mijn negentigjarige vader me permanent tot optimisme. Laten we onszelf ook prijzen als land met - ondanks alles - een van de beste zorgstelsels, een van de betere democratieën en een van de betere premiers. Als we een scherp licht laten schijnen over de VS, dan is men daar veel slechter af. Wie daar arm, oud en laag opgeleid is, kan hooguit dienen als kanonnenvoer en met hun president zijn ze grandioos in de aap gelogeerd.
Lansje breken
Waarde Bert, bij dit afscheid kan ik ook onze liefde voor muziek niet overslaan. Ons gevoel voor rechtvaardigheid en (vermeend) goede smaak verzet zich hevig tegen de nummer-1-hit die Nederland op dit moment teistert: '17 miljoen mensen'. Vooral tegen het zinnetje: “Die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde”. Want hoort een wet niet juist voor iedereen te gelden, juist nu? Dat is precies wat er zo mis is met de ongelijke positie van arme ouderen en jongeren en met de houding van de KNVB, 50Plus en sommige ouders uit een villadorp.
Mag ik dan tot slot nog een lansje breken voor de VS, ondanks de gierende ongelijkheid en ondanks Trump? Daar staat nu wel mooi een van de meest diepgravende, historisch, politiek, literair geladen nummers allertijden om de eerste plaats van de hitparade: het zeventien minuten durende muzikale essay ‘Murder Most foul’ van de door ons beide zo geliefde Bob Dylan.
Soms mag verschil er zijn.
Accepteer de 'social' cookies om deze 'youtube'-content te bekijken.
Een moment geduld, de content wordt geladen.
Op speciaal verzoek van Bert zal ik vandaag niet het aantal coronadoden van het RIVM melden, omdat de verpleeghuisslachtoffers daarin ontbreken. Ik noem de algehele sterftestatistiek van het CBS: deze maand maart zijn er tweeduizend doden meer gevallen dan vorig jaar.