1 april
Groepsimmuniteit voor slecht nieuws
"Je lijkt wel gehersenspoeld, Josten!" Precies een maand geleden slingert een van de beste radiopresentatoren die ik ken dít verwijt naar mijn hoofd. Op speelse toon, dat wel. Hoe kan een nuchtere media-analist – zo noemt hij mij - zich zo mee laten voeren in de corona-hausse? Zo erg dat hij mondkapjes aanschaft en dat hij blij is met zijn voorraadje droge bonen.
Een maand geleden lijkt een halve eeuw geleden. Er circuleert dan een digitale wereldkaart over de verspreiding van het virus. Vanuit vogelperspectief zien we hoe het dood en verderf zaait in vooral China en Italië. Nederland komt er niet op voor. Minister Bruins heeft net bekend gemaakt dat in Nederland wel een eerste corona-patiënt is gesignaleerd, in Tilburg. De Groene Amsterdammer beschrijft hoe het daarna snel van kwaad tot erger gaat.
De eerste dagen van maart gaat het leven nog zijn gangetje. In de namiddag van 7 maart zit ik met mijn jongste zoon in een stampvol Camp Nou (79.000 toeschouwers) te genieten van een voorjaarszonnetje. FC Barcelona speelt tegen Real Sociedad en wij vermoeden geenszins dat dit voor lange tijd de laatste wedstrijd van Messi en Frenkie zal zijn. Na afloop eten we tapas in een stampvolle bar. Deze beelden in mijn hoofd zijn nu zo onwerkelijk dat ze wel nepnieuws lijken.
Leef niet onder een steen
Terug uit Catalonië gaat het snel. Vanaf halverwege maart moeten we allemaal thuis werken. Bij de eerste persconferentie van Mark Rutte, op maandag 16 maart, slaat de schrik om ons hart: we zullen bijna allemaal corona gaan krijgen. Een week later volgt de zogenaamde intelligente lockdown ofwel ‘de voorzichtige vergrendeling’. We isoleren onszelf. Inmiddels is die maatregel tot eind april verlengd.
Dat laatste maakt premier Rutte afgelopen dinsdag bekend. Ik betrap mezelf erop dat ik in de loop van deze maart-maand immuun raak voor slecht nieuws. In mijn directe omgeving bespeur ik zelfs groepsimmuniteit. Alleen de operatie van een goede vriend, een ernstige ziekte in de collegiale sfeer, en lichamelijke ongemakken waar mijn vader de afgelopen dagen last van heeft, kunnen me nog uit evenwicht brengen.
Maar ik leef niet onder een steen, zeker niet. In de hausse rondom corona bespeur ik een nieuwe trend. De aandacht verschuift van het vogelperspectief naar de wormblik. Begin maart keken we nog als vogels naar de wereldkaart: hoe verspreidt de ziekte zich? Nu kijken we als wormen in de lichamen van patiënten: hoe ontwikkelt de ziekte zich bij verschillende soorten patiënten? Hoe komt het toch dat zoveel zorgverleners de ziekte krijgen? Maakt het uit hoe groot de dosis aan virus is die je binnenkrijgt?
Niet onder maar in mensen
Kortom, de vraag ‘hoe beweegt de vijand?’, verandert in ‘hoe gedraagt de vijand zich’. Pas dan lijkt het mogelijk om het virus effectief te bestrijden. Of: 'Beter onder controle te krijgen’, om de slogan van het Nederlandse kabinet te citeren.
Een bevriend biochemicus stuurt me een verhaal uit The New Yorker toe dat deze paradigmaverschuiving ook goed uitlegt aan leken. “We telden tot nu toe de verspreiding van het virus onder mensen, nu is het nodig om de verspreiding van het virus in de mensen te onderzoeken,” schrijft Siddharta Makherjee. Ik hoop dat het snel perspectief kan bieden.
Om ook nog met piepklein positief nieuws te eindigen: vanavond start Human de eerste uitzending van Medialogica Kort, een dagelijkse rubriek die in vijf minuten de zin van de onzin scheidt in tijden van corona. Als u door alle fabels en fake-nieuws niet gehersenspoeld wil raken, moedig ik u graag aan: ga kijken!
PS. Dit went niet: het RIVM meldt vandaag 134 doden.