So many books, so little time. Filosoof en boekenwurm Stine Jensen heeft er daarom het liefst tien tegelijk op haar nachtkastje liggen.

In de nieuwe Human-serie Stine Boekt Sterren geeft Stine bekende Nederlanders een boek waar ze zelf door geraakt werd en waarvan ze denkt dat ze er ook echt iets aan hebben. Een gedachtewisseling met zand tussen de tenen en uitzicht op zee volgt.

Je wilde dit programma al lange tijd maken. Waarom?

‘Het begon als een klein ideetje, meer als een soort grapje, om een ster een boek te geven. Soms zag ik iemand in de media iets doen, en dacht ik: ‘ah, die zou dit of dat boek moeten lezen!’ Toen ik als spreker bij het Mag Het Licht Aan festival was, deed ik dat voor het eerst live, bij Typhoon die daar optrad. Voor de gelegenheid had hij Christiane Northrup geïnterviewd, een arts die zich bezighoudt met de overgang. Het was opvallend dat Typhoon dit onderwerp zo aan het hart ging, en dat hij bezong hoe zwaar jonge vrouwen het in het leven hebben. Ik gaf hem toen het boek van Tim Samuels over mannelijkheid: Who stole my spear? Want ik vroeg me af: hoe zit het eigenlijk met de jonge mannen? Mannen aan de top hebben weliswaar lange tijd de dienst uitgemaakt, maar wat te denken van alle mannen daaronder? We leven in een tijd waarin 95% van de gevangenispopulatie man is, en de zelfmoordcijfers onder mannen schrikbarend hoog zijn. Het is voor de moderne man een uitdaging om uit te vinden wat het betekent om man te zijn.’

Liefdesverdriet, een nieuwe baan, of veel te druk: voor iedere uitdaging of obstakel in het leven heb jij nog wel een goede boektip.

‘In deze serie kon ik m’n hart ophalen. Voor schrijver Abdelkader Benali was het me meteen duidelijk: hij moest Leer ons stil te zitten van Tim Parks lezen. Hij kan namelijk niet stil zitten. Als bezig bijtje is hij altijd in de weer, en hij is marathonloper. Bij hem was het heel grappig dat hij het boek al gelezen had. Benali is een leesveelvraat, dus ik wist dat het moeilijk zou worden om een boek te vinden wat hij nog niet gelezen had. Dat sluit naadloos aan bij het thema: hij zit nooit stil en leest zich een ongeluk.

Met goochelaar Hans Klok wilde ik graag over een onderwerp praten dat me al sinds mijn eerste goocheldoos op mijn zesde erg fascineert: trucs, waarheid, liegen en bedrog. Ik gaf hem Peachez van Ilja Leonard Pfeijffer te lezen, omdat ik dit werk een soort literaire Hans Klok vindt: er staat een windmachine op de taal. Het gaat over een man die verliefd wordt op een veel te jonge vrouw die een illusie blijkt. Ik moest wel grinniken om Klok, die zei dat het geen wonder was dat de intellectuele hoofdpersoon erin was getuind. Zo’n intellectueel is niet veel buiten geweest en heeft niet zoveel mensenkennis. Klok omschreef hem als een professor die niet met zijn voeten in de wereld staat. Ik herkende dat beeld wel. Het is een cliché, maar soms zijn cliché’s waar.’

Raad je je vrienden ook constant boeken aan, praat je via boeken?

‘Ja, bijna altijd. Ik kom meestal met een vrij dringende leessuggestie. Het lezen van boeken kan therapie zijn, het kan je helpen, maar het kan ook nieuwe inzichten opleveren. Dat is afhankelijk van wat je leest. Zelfhulpboeken doen voornamelijk het eerste, waarbij het oogmerk is om je leven te verbeteren. Literatuur houdt je niet alleen een spiegel voor, maar ook een andere wereld, of een nieuw perspectief. Literatuur kan je in vervoering brengen, het kan over emotie gaan, en het kan je een blik op de werkelijkheid geven.

Het boek Leer ons stil te zitten heb ik inmiddels al aan zoveel mensen aangeraden: familieleden die gebukt gaan onder hun agenda, collega’s die het te druk hebben, of vrienden die last hebben van onverklaarbare pijntjes en kwaaltjes.’

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Wat heeft je verrast in de gesprekken?

‘Hoe leuk het is om aan de hand van een boek een persoonlijk gesprek te voeren. Het gesprek is persoonlijk, maar niet willekeurig, want je hebt het boek als handvat. Zo ging het gesprek met cabaretier Emilio Guzman over mannelijkheid, waarbij hij zichzelf op een gegeven moment tegensprak. In eerste instantie zei hij dat mannen niet in het stramien hoeven passen, maar later zei hij dat je als man toch niet moet gaan huilen op je werk. Hij schrok daar zelf een beetje van. Maar dat is nu precies het moment waarop het echte nadenken begint: als je een hobbel tegenkomt. Je hoeft niet altijd in overeenstemming met jezelf dezelfde dingen te zeggen, want in de frictie wordt het interessant. Van daaruit kan je vragen: waarom zit hier een contradictie, waar komt dat dan vandaan?

Met presentator en schrijver Tim Hofman werd het al snel duidelijk dat hij en ik net even anders tegen de dingen aankeken. We gingen samen blowkarten. Hij was de man die nergens bang voor is, terwijl ik bijna bevend van voorzichtigheid instapte. Met het boek Carpe Diem van filosoof Roman Krznaric als inspiratie, wilden we kijken of je carpe diem kan leven, of je spontane dingen kunt doen die zich aandienen. Hofman kon dat zonder angst, wat ik fascinerend vond.

En met Claudia de Breij kwam het boek heel dichtbij het leven. Ik had haar het prachtige boek Ik ben ik ben ik ben: zeventien keer rakelings langs de dood van Maggie O’Farrell gegeven, dat over bijna-doodervaringen gaat. De Breij had zelf iets vergelijkbaars meegemaakt. Ze had hooikoorts, en ze had gelezen dat je dan stuifmeelpillen in de yoghurt moet doen. Daarop kreeg ze een allergische reactie, en kneep haar keel dicht. Ze was bijna dood geweest en moest naar het ziekenhuis. In het laatste deel van het boek gaat het precies over de ervaring dat je keel wordt dichtgeknepen, omdat je iets tot je neemt wat je eigenlijk beter moet maken. Je eigen immuunsysteem geeft een reactie die je dood kan betekenen.’

Als je te gast was in je eigen programma, welk boek zou je aan jezelf geven?

‘Dat is een hele goede vraag, die voor een leesfreak als ik onmogelijk te beantwoorden is. Ik lees altijd meerdere boeken door elkaar, en heb er minstens tien tegelijk op mijn nachtkastje liggen. Het leuke is dat Claudia de Breij deze vraag eigenlijk alvast voor mij heeft beantwoord, want ze had een boek voor me meegenomen. Dat zegt iets over haar, dat ze de formule van het programma op z’n kop zet. De Breij vond dat ik Het fascisme van Madeleine Albright moest lezen. Een boek dat niet alleen ik, maar eigenlijk iedereen zou moeten lezen volgens haar. Het gaat over de tijd waarin we leven en de gevaren die er dreigen.

The Silent Woman van Janet Malcolm ben ik met veel plezier aan het lezen. Dat is een bijzondere biografie het beroemdste liefdespaar uit de moderne literatuur: de Amerikaanse dichter Sylvia Plath en dichter Ted Hughes. Malcolm treedt daarin zelf als een soort detective op, en vertelt je hoe je een biografie schrijft. Ik hou daarvan omdat er een extra element van een thriller in zit. En ik heb een geweldig boek van Leslie Jamison gelezen, Ontwenning, een echte page turner. Op mijn nachtkastje ligt ook nog Ik ben pelgrim, wat heel spannend schijnt te zijn. Daarnaast ligt Mijn jaren met Obama, van Ben Rodhes klaar. En De Pelikaan, van Martin Michael Driessen, wat mijn zus me aanraadde met de veelbelovende woorden: ‘dit is literatuur zoals literatuur bedoeld is.’’