Robots voor de klas, een computer die je scriptie schrijft of een systeem dat dyslexie vroeg opspoort: de mogelijkheden op het gebied van AI (artificiële of kunstmatige intelligentie) lijken eindeloos. Hoe bereiden we docenten, studenten en leerlingen voor op een toekomst met AI? "Het vereist een bepaalde manier van denken om het beste uit AI te halen."

OpenAI veroorzaakte met de lancering van hun chatbot ChatGPT een mediastorm afgelopen jaar. De app kan uit zichzelf schoolverslagen, presentaties, sollicitaties en zelfs gedichten schrijven. Maar in het onderwijs bestaan zorgen over dit computersysteem. Docenten vrezen voor fraude en denken dat het controleren van huiswerkopdrachten lastiger wordt.  

Het gebruik van kunstmatige intelligentie in het onderwijs kan zowel kansen als bedreigingen bieden, stelt staatssecretaris voor Digitalisering Alexandra van Huffelen. “AI kan het onderwijs verbeteren en docenten ondersteunen. Deze systemen hebben de potentie om efficiëntie en productiviteit te verbeteren.”  

We spreken een aantal docenten en experts over het gebruik van AI in de klas. Wat zijn de ervaringen en verwachtingen? 

Kunstmatige intelligentie bestaat uit systemen die zelfstandig taken kunnen uitvoeren en hun eigen prestaties kunnen verbeteren. AI onderscheidt zich in kennisgebaseerde en datagebaseerde systemen. Een kennisgebaseerd systeem volgt een reeks instructies, een algoritme. Een datagebaseerd systeem gebruikt data en kan zelf het algoritme aanpassen. We noemen dit machine learning. 

Mens en computer werken samen

"Ik denk dat we over een jaar of tien AI niet meer weg kunnen denken uit ons dagelijks leven,” zegt Matthijs Biondina, onderzoeker Elektronica en Informatiesystemen aan Universiteit Gent. “De vraag is hoe we dat soort technologieën in onze samenleving gaan integreren. Zien we AI als iets dat banen gaat vervangen, of zien we het als een hulpmiddel waarmee mensen hun werk beter en sneller kunnen doen? Ik denk dat de werkelijkheid ergens in het midden zal liggen, maar de tweede optie heeft meer potentieel. In de meeste gevallen zal samenwerking tussen mens en computer betere resultaten opleveren dan de computer alleen, hoe ‘intelligent’ die ook is.” 

Biondina denkt dat we moeten leren samenwerken met AI, “net zoals je moet leren lezen, schrijven, of fietsen. Iedereen kan er nu mee experimenteren, zonder dat je precies hoeft te weten wat er op de achtergrond gebeurt. Je komt er al snel achter dat AI-modellen in bepaalde opzichten heel slim zijn, maar ook heel dom. Het vereist een bepaalde manier van denken en een zekere mate van finesse om het beste uit die modellen te halen.” Dat beaamt Francis Wyffels, onderzoeker robotica aan Universiteit Gent: “Het is nieuwe kennis die moet worden aangeleerd. Houtbewerkers deden ooit alles met de hand. Vervolgens ontworpen we machines die veel van het werk konden overnemen. Nu gaan computers deze machines besturen.” 

Ook in het basisonderwijs kijken docenten naar nieuwe ontwikkelingen binnen AI en hoe het kan worden toegepast op hun school. “Dat klinkt simpel, maar het kost aardig wat werk,” zegt Gijs Damen, leerkracht op Basisschool Pro Rege in Amsterdam. “We kijken hoe we digitalisering het beste in een doorlopende leerlijn kunnen realiseren voor kinderen.” Volgens hem hoeft niet iedereen een programmeur te zijn. “Je zet digitalisering in om ook onderdeel te worden van het systeem en het niet alleen te consumeren.” 

Fraude met AI Chatbots

Wat als scholieren en studenten AI creatief inzetten? Dat gebeurt al met de chatbot ChatGPT, boekverslagen kunnen automatisch gegenereerd worden. Deze vraag over fraude leidde tot Kamervragen in een document van Rijksoverheid. “Dit vraagt van het onderwijs om goed te doordenken hoe zij het onderwijs organiseren,” zegt staatssecretaris Alexandra van Huffelen. “ChatGPT is weliswaar in staat om in een handomdraai een toelichtende tekst te genereren over een onderwerp, maar het kan geen betekenis of context afleiden uit deze tekst. Daarom zullen vaardigheden als kritisch lezen, het kritisch analyseren en in context plaatsen van teksten, en het toepassen van opgedane kennis nog belangrijker worden in de nabije toekomst.”  

“Het is geen goeie zaak als leerlingen massaal ChatGPT gebruiken voor allerlei creatieve schrijfopdrachten,” zegt Wyffels. “Het is aan docenten om uit te zoeken hoe we deze tools op een efficiënte manier gebruiken.” Volgens Wyffels is het maken van duidelijke voorschriften over het gebruik van ChatGPT belangrijk. “Ik raad scholen, als ze dat niet al doen, aan om daarover na te denken." 

Het is niet eenvoudig, zegt ook onderzoeker Biondina. “Wanneer je voorheen een leerling vroeg om een huiswerkopdracht te maken, was dat wat ze inleverden volledig hun eigen werk. Dat is redelijk makkelijk te beoordelen. Nu is het een combinatie van het werk van een AI-model en van de leerling zelf. De uitdaging is om te beoordelen in welke mate het werk van de leerling in samenwerking met de computer beter is dan wat de computer in zijn eentje had kunnen doen.” 

Sommige AI-modellen te resultaatgericht

Basisschool Het Avontuur in Dalfsen maakt gebruik van het AI-computerprogramma Snappet. Dit oefenprogramma past het niveau van de student of leerling aan op basis van de antwoorden. Als een kind goede antwoorden geeft, wordt het moeilijker. Als het minder goed gaat, blijven de opgaven op hetzelfde niveau of wordt het makkelijker. Dit heet adaptief leren. De directeur is niet enthousiast over het systeem: “We gaan ermee stoppen. Het systeem is te veel op resultaat gericht en te weinig op het verbeteren van het leerproces door bijvoorbeeld feedback te geven.”  

Een ander gevaar is dat het programma kinderen onterecht op een lager niveau plaatst. Michelle van den Helder geeft les op basisschool De Venen in Reeuwijk. Ze vertelt RTL dat de software te zwart-wit is: "Als het antwoord op een vraag 10.000 is, maar het kind gebruikt een komma in plaats van een punt, zegt Snappet heel hard: fout. Dan besluit Snappet dat het leerdoel niet is gehaald. Terwijl ik als leraar zeg: het antwoord was goed, maar let op dat je wel een punt gebruikt. Je moet als leerkracht dus heel kritisch kijken wat de computer vertelt. Zo voorkom je dat een leerling naar een lager niveau gaat." 

Omarmen of verbieden?

Hoogleraar Logische Methoden in de Kunstmatige Intelligentie, Jan Broersen, kijkt kritisch naar de ontwikkelingen rond AI. “De discussie lijkt zich toe te spitsen op de keuze tussen omarmen of verbieden. Het lijkt me duidelijk dat het omarmen wordt, terwijl er in eerste instantie zal worden gegrepen naar verbieden. Dat gebeurde ook bij ons op de Universiteit Utrecht. Bij veel universiteiten liggen de eerste gevallen van ChatGPT-fraude bij de examencommissies.”  

Het is geen toekomst zonder zorgen, ziet ook Wyffels. Hij is bang dat we opeens al die tools gaan verbieden, omdat we denken; het gaat toch niet werken. “Of het tegengestelde. Dat we alles gebruiken zonder enige kennis. We moeten begrijpen hoe we op een efficiënte manier AI kunnen toepassen.” 

Broersen denkt dat we AI in de toekomst meer gaan omarmen: “We kunnen studenten met bijvoorbeeld dyslexie hun 'taal-handicap’ laten compenseren met AI-modellen. Het eerste verzoek daartoe van een student is al gedaan. Zulke verzoeken worden nu nog afgewezen, maar ik verwacht dat hier commotie over zal ontstaan." 

Het vereist een bepaalde manier van denken om het beste uit AI te halen, benadrukt Biondina van UGent . "Het is heel belangrijk voor scholen om leerlingen te trainen in computationeel denken zodat ze voorbereid zijn op een toekomst met AI-ontwikkelingen.” 

In een interview met OneWorld deelt Hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam Sennay Ghebreab, zijn zorgen. Sennay onderzoekt of algoritmes door mensen gecreëerde ongelijkheid, zoals racisme, versterken. “Digitale geletterdheid is voor mij het om kunnen gaan met al bestaande digitale middelen (Excel-training op scholen, training met en inzicht in sociale media, red.). Digitale gecijferdheid zou je de volgende stap kunnen noemen, waarin je leert hoe algoritmes werken en hoe je ze kunt coderen. Het onderscheid is belangrijk want in het publieke domein wordt enkel de digitale geletterdheid gepromoot. Digitale gecijferdheid gaat om algoritmisch denken, doen en ontwikkelen,” aldus Sennay.