Bekijk hier het complete interview met neurobioloog Robert Sapolsky. Via de inhoudsopgave kun je door de video scrollen. Klik op de icoontjes rechts voor korte samenvattingen.
Tegenwoordig vind je voor elke karaktertrek die je hebt, online een groep waar je bij kunt horen, zegt bioloog Robert Sapolsky. ‘Juist in groepen kunnen mensen heel eng worden. Als je de hele dag omgeven wordt door mensen die zeggen dat je een slachtoffer bent en dat er iets moet gebeuren, dan gaat het fout.’
Volgens Sapolsky correleert de grootte van de sociale groep van primaten met de grootte van de frontale cortex. Dit gedeelte van de hersenen reguleert emoties en impulsen. Het zorgt ervoor dat je je in een groep weet te gedragen. Sapolsky: ‘Het lijkt wel alsof onze hersenen zijn geëvolueerd op socialiteit en op invloed van sociale groepen.’
Je oma geeft je een cadeau dat je al hebt: zeg je dat tegen haar of niet? Volgens Sapolsky zijn zulke sociale regels het ingewikkeldst om te leren: de frontale cortex, waar deze regels worden opgeslagen, is pas uitgegroeid als je 25 jaar bent. Ter vergelijking: een pianostuk uit je hoofd leren is al mogelijk op je derde. Bovendien, zegt Sapolsky, wordt de frontale cortex gevormd door zijn omgeving. ‘Elke cultuur kent weer andere sociale regels. Dat levert zeer cultuurspecifieke, zelfs persoonsspecifieke frontale cortexen op.’
Het bijzondere aan mensen is dat ze meer dan één wij-zij-denkbeelden hanteren, aldus Sapolsky. ’Stop iemand in een hersenscanner en laat hem of haar foto’s van verschillende mensen zien. Wanneer er een zwart gezicht voorbij komt, wordt bij de gemiddelde witte persoon binnen een kwartseconde de amygdala geactiveerd, die gaat over angst, dreiging en agressie. Maar zet je ‘de ander’ een pet op van jouw honkbalteam, dan let de witte persoon niet meer op huidskleur.’
De hoeveelheid tijd die je doorbrengt met ‘de ander’ maakt een wereld van verschil, zegt Sapolsky. Hoe langer je doorbrengt met de ander, zeker als je een gemeenschappelijk doel hebt, hoe meer je houding tegenover ‘de ander’ verandert. Maar is de blootstelling aan ‘de ander’ juist kort, dan maak je dingen erger. Sapolsky: ‘In een korte tijd zie je alleen maar de symbolen van de ander die vertellen dat zij anders en verkeerd zijn.’
Hoe kan het dat mensen bereid zijn om anderen te vermoorden om symbolen zoals een vlag, een liedje of een cartoon? Volgens Sapolsky komt het omdat het verwerken van symbolen en morele gevoelens door de hersenen nog niet erg gesmeerd verloopt: ‘Morele verontwaardiging zit in hetzelfde deel van de hersenen als het deel dat je laat kokhalzen wanneer je rot eten eet. Dat is de laatste 50.00 jaar zo geëvolueerd, misschien omdat er in dat deel van de hersenen nog ruimte was. Dat betekent dat morele verontwaardiging een fysieke reactie kan oproepen. En omgekeerd: iemand die omgeven is door rot afval zal vanzelf sociaal conservatiever worden.’
Wij-zij-denken is zo’n diepe structuur in de hersenen, dat je dat onderscheid niet zomaar kan laten verdwijnen, aldus Sapolsky. Je kan het wel verzachten: door middel van langdurig contact met de ander, of door iemand de wereld vanuit het perspectief van de ander te laten zien.
De manipulatie van de insulaire cortex wordt alleen maar erger door sociale media, zegt Sapolsky. ‘Wat sociale media heel goed kunnen, is vlammen nog heter maken.’
‘Biologie ligt aan de wortel van zowel ons beste als slechtste gedrag’, zegt Sapolsky. Wat het nog ingewikkelder maakt: hetzelfde gedrag kan in deze context gelden als goed gedrag en in een andere context als slecht gedrag. Sapolsky: ‘Door het begrijpen van onze hersenen, hormonen, genen, evolutie en cultuur kunnen we mensen beter laten samenleven.’
Hebben we een biologische aanleg voor broederschap? Volgens Sapolsky is dat de helft van het verhaal. ‘Als we iemand als familie zien, dan zijn we de meest altruïstische soort die de wereld ooit gezien heeft. Maar omgekeerd: als we iemand zien als een vreemdeling, zijn we de meest wrede soort die de wereld ooit gezien heeft. Wie de ‘wij’ is en wie de ‘zij’, dat is heel makkelijk te manipuleren, ten goede of ten kwade. Maar dat onderscheid zelf, dat zit enorm diep ingebakken in onze hersenen.’
Sapolsky ziet niet direct hoe de ideeën van Sigmund Freud vertaald kunnen worden naar de moderne biologische wetenschap.
De manipulatie van de insulaire cortex wordt alleen maar erger door sociale media, zegt Sapolsky. ‘Maar tegelijkertijd kunnen we nu ook de pijn voelen van iemand aan de andere kant van de planeet. Ten goede of ten kwade, onze reikwijdte is enorm verbreed.’