Denken over je eigen denken. Vragen stellen, en met een betere vraag naar huis gaan. Dat kan bij filosofisch practicus Margit Vegter. Om erachter te komen wat dat eigenlijk is, zo'n filosofisch practicus, stuurden wij onze stagiaire naar Groningen.

‘Een filosofisch practicus is een gesprekspartner die je aanmoedigt, maar ook uitdaagt of helpt, bij het filosoferen over je eigen denken,’ legt Margit uit. ‘Denken over je eigen denken, en het bevragen van je eigen denken.’

We zitten in haar huis, net buiten de stad Groningen. In de tuin, naast een nieuwsgierig groepje schapen van de buren, staat een caravan. Dit is haar praktijk, waarin Margit korte filosofische gesprekken aanbiedt op festivals en evenementen, onder de naam Wijsheid op Wielen

In deze caravan mag ik zometeen ook nadenken. Het leek de redactie relevant dat ik antwoord probeerde te vinden op de vraag wat ik na mijn stage en opleiding eigenlijk moet gaan doen. Want hoe meer mensen dat vragen, hoe minder ik het weet.

Tekst gaat verder na de afbeelding

Margit is filosofisch practicus

Denken over je denken

‘In zo'n gesprek met een filosofisch practicus is er aandacht voor wat je denkt, en neem je ook de tijd om daar weer over na te denken,’ zegt Margit. ‘En je spreekt je denken hardop uit. Dat hardop uitspreken draagt heel erg bij aan bewustwording. Je creëert een afstand tussen jezelf en wat je denkt. Het is best wel lastig om met je eigen denken te denken over je denken. “Kan dat überhaupt wel?”, kun je je afvragen.

‘Het doel is dus het bevragen van je eigen denken, zowel het eigen maken van die kunst, als het oefenen van dat vermogen. Daarnaast ontwikkel je bepaalde zeflkennis. Zo kun je bewuster voor een bepaalde keuze gaan, en daar ook vanaf wijken als je denkt dat dat beter is.

‘Bij mij werkt het zo dat ik bepaalde overtuigingen heb, bepaalde ideeën. Die beïnvloeden mijn keuzes of mijn gedrag, zelfs mijn gevoelens. Maar ik heb ze niet bewust. Dan ben ik daar dus ook niet vrij in.’

Margit geeft een voorbeeld. Toen haar kind een half jaar was, was dat een periode waarin hij veel huilde. Margit werkte toen vaak thuis, en raakte gefrustreerd wanneer hij huilde. ‘Ik raakte in conflict met mezelf. En een lange tijd wist ik niet waarom dat was. Ik voelde dat ik het vervelend vond wanneer hij huilde, maar veel verder ging mijn bewustzijn niet.’

Tot het moment dat ze zelf een filosofisch gesprek in ging, als bezoeker, voor nascholing. Tijdens het gesprek ontdekte ze dat ze het irritant vond wanneer hij huilde tijdens haar werk. Maar tegelijkertijd had ze de overtuiging dat ze de perfecte moeder moest zijn. Haar onbewuste idee hierover was een moeder die altijd ontvankelijk was, en het niet irritant zou vinden wanneer haar kind huilt.

‘Vanwege die overtuiging kreeg ik een innerlijk conflict, want ik was wel geïrriteerd, en dus geen perfecte moeder. Zo ging de redenering. Maar die redenering was niet bewust. Door zo’n gesprek kon ik zowel die redenering, als het begrip “perfecte moeder” bevragen.’

Tekst gaat verder na de afbeelding

Margit in haar caravan

Niks mis met je

Het beroep filosofisch practicus is niet nieuw. Zo heeft de grondlegger van de werkwijze al sinds 2004 een praktijk, maar echt bekend is het nog niet. Margit merkt dat er steeds meer interesse is. Bij de feestelijke opening van haar praktijk Bedrijf de Wijsheid  kwamen maar liefst 120 mensen een kijkje nemen en sinds een paar maanden is de agenda van Margit bomvol.

‘Ik had laatst een bezoeker die zelf psycholoog is, en kwesties had waar ze mee zat. Zij bedacht dat ze daarvoor niet naar een psycholoog wilde, maar naar een filosoof, zonder dat ze wist dat die mogelijkheid er echt was.’

Een psycholoog die niet naar een psycholoog wil. Naar Margit ga je voor iets anders: je wil wijzer worden. ‘Er zit ook wel wat overlap in. Maar wat ik heel mooi vind aan deze werkwijze is dat er niks mis is met je. Er is niet een probleem dat opgelost moet worden, of een ziekte die moet worden behandeld. Je wil nadenken over je eigen denken.

‘Bij een psycholoog ben je misschien wel patiënt. Of op zijn minst cliënt. In de filosofische praktijk mankeert helemaal niks aan je. Sterker nog, het gaat misschien wel heel goed met je als je wilt nadenken.’

Tekst gaat verder na de afbeelding

Een 'vraag op recept', na een filosofisch gesprek

In kringetjes denken

Het klinkt allemaal vermoeiend, zoveel nadenken. Denken over je eigen denken, en daar nog eens over nadenken. Of leer je dusdanig na te denken dat het minder vermoeiend wordt ‘Ik word er minder moe van,’ zegt Margit. ‘Zeker ook als het gaat om dingen van mezelf.

‘Ik heb bijvoorbeeld ontdekt dat ik sneller in kringetjes ga denken als ik ergens een bepaalde emotie bij heb die ik niet wil. Als ik dat bij mezelf onderzoek, in gesprek met mezelf of met een ander, dan kan ik die emotie voelen. En wordt het kringetjes denken ook minder.

‘Blijkbaar kan jij je er ook iets bij voorstellen,' vraagt Margit. 'Dat het minder vermoeiend kan zijn?’ Ik knik. In kringetjes denken herken ik wel. Dat is dodelijk vermoeiend.

Tijd om dus mijn eigen denken te bevragen. De caravan staat nu nog ‘op stal’ in haar tuin, totdat Margit deze zomer weer naar festivals gaat, zoals het Hongerige Wolf Festival  en het Waanzin Festival.  Vandaag maakt ze al even een "testritje" met mij. 

Binnen is het knus. De zon schijnt door de raampjes en een kleine pannenkoekplant staat op tafel. Normaal gesproken duren de gesprekken in haar praktijk ongeveer drie kwartier. Een consult in de caravan is korter, maximaal een kwartier.

‘Ik schrijf de woorden op die jij gebruikt tijdens het gesprek,’ zegt Margit. ‘Zodat ik niet mijn eigen woorden en daarmee mijn eigen invulling aan het gesprek geef.’

Dat merk ik. Ik heb het eerst over moeten werken en willen werken. ‘Is het nou moeten of willen,’ vraagt Margit. ‘Ik hoef niet per se te werken,’ zeg ik. ‘Ik zou er ook voor kunnen kiezen om nog een opleiding te doen. Maar om een of andere reden wil ik dat niet. Volgens mij wil ik wel werken.’
‘Oké, dus je wilt werken?’
‘Huh. Dat is geen moeten. Nee, ik wil wel werken.’

Tekst gaat verder na de afbeelding

Het gesprek in de caravan

Reis door Afrika

Zelf duurde het ook even voor Margit wist wat ze wilde, en bij de opleiding tot filosofisch practicus terecht kwam. Ze studeerde namelijk iets heel anders: geneeskunde. ‘Aan het eind van mijn studie werden steeds dezelfde vragen gesteld. “Wat ga je straks doen? Wil je niet specialiseren of promoveren? Is het niet zonde als je niet als arts gaat werken?” Ik antwoordde telkens: “Ik weet het niet.”

‘Tijdens die periode ontmoette ik mijn huidige vriend, en we hadden samen bedacht dat we een leven in Groningen wilden opbouwen. Maar hoe? We hadden allebei het idee dat we daar niet echt vrij over na konden denken. Dat veel van onze ideeën werden bepaald door onbewuste overtuigingen, die we over hebben genomen van onze omgeving.’

Het stel besloot, zonder plan, naar Afrika te reizen, om zich onder te dompelen in een andere omgeving. Misschien zou hen dat bewuster maken van hun ideeën en overtuigingen, zodat die bevraagd konden worden. 

Ze werkten en reisden ruim een jaar door Afrika en namen de tijd om écht na te denken over hun leven. ‘Toen werd ik me ook bewust van de  vooronderstelling in de vraag wat voor arts ik wilde worden. Namelijk dát ik arts wilde worden. Dat ging ik toen bevragen.’

Margit kwam erachter dat ze een andere richting op wilde, namelijk in gesprek gaan met mensen over hun denken. Dat deed ze al met artsen, verpleegkundigen en patiënten tijdens haar tijd als coassistent. ‘Natuurlijk had ik dat soort gesprekken ook wel met vrienden en familie, maar ik kon me geen plek bedenken waar je alleen maar dat kon krijgen.’

Tot ze in een boek de term ‘filosofische praktijk’ voorbij zag komen. Ze begon te googelen en kwam op de website terecht van de opleiding tot filosofisch practicus. Vanuit Afrika solliciteerde ze, en na een jaar studeren opende ze in mei 2017 haar eigen praktijk.

Tekst gaat verder na de afbeelding

Een 'vraag op recept', na een filosofisch gesprek

Antwoorden zijn bijvangst

In de caravan begin ik ondertussen over hoe alles tot nu toe in periodes is ingedeeld. Ik vond het fijn om te weten dat mijn stage vijf maanden duurde, en dat fulltime daar mee bezig zijn soms veel is.

‘Gaat het dan om de hoeveelheid tijd?’ vraagt Margit.
- ‘Misschien wel. Misschien heeft dat ook een beetje met vrijheid te maken.’

Nog meer vragen, nog meer begrippen. Maar dat is goed, want het gaat niet om de antwoorden. Al kunnen die antwoorden wel langs komen. ‘Ik vind dat je een goed antwoord ook op waarde moet kunnen schatten,’ zegt Margit. ‘Die zijn er ook. Sommige antwoorden zijn heel passend voor dat specifieke moment, zonder dat het eeuwige zekerheden hoeven te zijn.’

Zoeken naar antwoorden is dus niet het doel. Op de opleiding noemen ze dat “bijvangst”, zegt Margit. ‘De bijvangst kan ook zijn dat je in verwarring raakt. En dat je dacht dat je wist wat je wilde in het leven, maar opeens daarover gaat twijfelen. Of dat je iemand hebt waar je heel veel van houdt, maar waar je toch van gaat scheiden.’

Het gesprek gaat dus vooral om het vragen. Het enige dat daar voor nodig is, is dat ik daar over wílt nadenken. Ik doe het denkwerk, Margit stelt de juiste vragen. ‘Er is moed voor nodig. Je moet je kwetsbaar opstellen. Maar je moet ook durven twijfelen aan iets waar je misschien veel houvast aan hebt.

‘Dat had ik bijvoorbeeld toen ik ontdekte dat je niet per se hoeft te studeren als je slim bent en niet per se succesvol hoeft te worden. En dat er ook niet maar één definitie van succes is. Als je acht jaar geneeskunde hebt gestudeerd, is het wel confronterend om daar over na te denken.’

Tekst gaat verder na de afbeelding

Vrijheid en vrijblijvendheid

In ons gesprek komen (gelukkig) niet zulke zware keuzes aan bod.

‘Misschien wil ik wel vrijblijvendheid,’ zeg ik tegen Margit. ‘En dat heb je minder met een bedrijf, daar word je onderdeel van en daar zit je misschien aan vast.’
- ‘De periodes die je hebt gehad, waren die wel vrijblijvend,’ vraagt Margit.
‘In die zin niet. Maar je weet wel dat het maar voor een korte periode is, dus daarna ben je vrij om te doen wat je wil. Dus is het soort van vrijblijvend. Al is dat natuurlijk niet helemaal hetzelfde.’
- ‘Wat is niet hetzelfde?’
‘Vrij zijn en vrijblijvendheid. Maar wat het verschil is, dat weet ik niet. Het is niet hetzelfde, maar ik zou niet het verschil uit kunnen leggen.’
- ‘Dan heb je dus een vraag. Wat is het verschil tussen vrijheid en vrijblijvendheid?’
‘Dat is best een goede vraag.’
- ‘Dat denk ik ook. Het is inderdaad niet hetzelfde, wat is dan het verschil? En gaat het je dan om vrijheid of vrijblijvendheid? Of allebei? Of toch allebei niet? Misschien blijkt het toch om iets anders te gaan.’

Tekst gaat verder na de afbeelding

Mijn 'vraag op recept'

Vraag op recept

Margit schrijft de vraag op een briefje. Een ‘vraag op recept’. Het is gek, deze vraag ‘klopt’. Ik zou deze vraag nooit zelf bedenken. Het is nou niet bepaald een shower thought, maar ik voel wel de urgentie om deze vraag verder te onderzoeken.

‘Voorheen als ik aan filosofie dacht, dan dacht ik dat je slim moest zijn en gestudeerd moest hebben,’ zegt Margit. ‘En ik dacht dat het allemaal vaag was, dat je er niks aan had in het dagelijks leven. Terwijl, en dat vind ik juist het mooie, dit echt gaat over je dagelijks leven. Hier kan je dus heel veel aan hebben.

‘Dus met die caravan wil ik ook een beetje het imago van een filosofische praktijk laagdrempeliger en toegankelijker maken. En ook het leuke ervan laten zien. Een gesprek hoeft niet zwaarmoedig en ingewikkeld te zijn, en alleen maar over vervelende dingen te gaan. Het kan juist ook heel leuk zijn.’

En dat was het ook. Binnen tien minuten heb ik een goede vraag. Een betere vraag. Nu nog de tijd nemen om die vraag eens goed te overdenken. Ik heb in ieder geval de drie uur lange terugreis om dat te doen.

Ook interessant