'Ik zie kentering bij jonge generatie'
In een monumentaal pand uit de 17e eeuw, aan de rand van Veluwe spreken wij met Johan van de Gronden. Vanuit zijn schaduwrijke binnentuin vertelt hij vol passie over de Nederlandse natuurbeweging waar hij als directeur van het WNF zo’n tien jaar lang een boegbeeld van was.
Volgens Van de Gronden is de natuurbeweging vooral bezig beleidsmakers te beïnvloeden. Daarvoor wordt vaak de taal van de ecologie omgezet in taal van de economie. 'Daarmee geef je eigenlijk je ziel weg. Op korte termijn leg je het altijd af, dan is er altijd een economisch aantrekkelijker alternatief. Bovendien is de intrinsieke waarde van de natuur niet te benoemen.'
Moeten we natuur niet in economische termen begrijpen?
'De Nederlandse natuurbeweging is wel doordesemd van dit idee dat je natuurwaarde moet uitdrukken in iets dat ons ten goede komt. Dus als we de Waddenzee moeten beschermen, maken we een rekensom over wat visserij en recreatie ons oplevert. Je zou in theorie alles kunnen verwaarden. Dit leidt tot een uitbuiting van de natuur. Als je van alles de prijs weet dan weet je van niets de waarde.'
Gaan we veranderen in dit denken?
'De menselijke soort leert pas heel laat in zijn leven en blijft dus lang jong en onbeholpen. Een girafje dat geboren wordt, moet binnen een half uur meehobbelen om te overleven. Daar doen wij mensen tot aan de puberteit over en dan lopen we nog in zeven sloten tegelijk. We maken er een enorme rotzooi van, maar we beginnen nu te leren.'
Kan je een voorbeeld geven van dit leren?
'Als het gaat om het landschap in Nederland zie ik bijvoorbeeld een kentering. Er komt een groot biodiversiteitplan en er is een generatie nieuwe boeren die het anders wil doen. Is het landschap van de boer of van ons? Ik vind dat het van ons allemaal is.'
Dus je bent wel positief?
'Jawel, de tijd van grote utiliteitsbedrijven is voorbij. We willen helemaal niet dat de samenstelling van onze energie wordt bepaald in Stockholm. Bij de jonge generatie zie ik ook een kentering. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop zij met hun voedsel om gaan. Dat is veel bewuster dan vroeger.'
Hoe kunnen we deze positieve trend doorzetten?
'Voor een deel kun je de veranderingen wel lokaal afdwingen. Ik wil niet van die grote jongens afhankelijk zijn, ik wil onderdeel zijn van de oplossing. Voor een deel kun je dat ook doen met voedselbeleid. Met je boodschappenmand kun je ook een eind komen. Grote producenten zullen gevoelig zijn voor het koopgedrag van de Nederlander. Dus als je rekening houdt met hoe dingen geproduceerd zijn kan dat werken.'
Wat kunnen we zelf doen?
'Mensen moeten denk ik vooral de waarde van de natuur weer gaan inzien. De Duitse filosoof Immanuel Kant sprak over het verhevene. Dit verhevene is terug te vinden in de natuur. De natuur herinnert je aan je mens zijn. Als je door een bos loopt verwonder je je juist over al het moois en de kracht van de natuur. Als je zonder natuur zou leven dan zou je niet meer geconfronteerd worden met iets wat groter is dan jij. Als we dat kunnen beseffen, gaan we in de juiste verhouding met de natuur leven.'
'Ik denk niet dat we te laat zijn om het klimaat te redden'
We spreken Maarten Hajer op zijn kantoor van de Urban Futures Studio aan de Universiteit Utrecht. Een groene omgeving, met een futuristisch karakter. Hajer wordt meteen enthousiast van het idee om vanuit de toekomst naar het nu te kijken. Als curator van de tentoonstelling Places of hope probeert hij te verbeelden hoe we samen de toekomst vorm kunnen geven.
'Ik ben voorstander van achteruitgang'
'Een beter milieu begint niet bij jezelf. Die slogan betekent nogal wat. Als ik dan vervolgens de krantenberichten lees over zeevogels die aanspoelen onder de olie met plastic in hun maag en over de plastic soup in de zee dan denk ik: dat komt dus door mij, want een beter milieu begint bij jezelf.'
'We gaan niet doemdenken'
Hoe zouden we in 2050 oordelen over de tijd waarin we nú leven? Die vraag staat centraal in de nieuwe serie van Het Filosofisch Kwintet. Clairy Polak vertelt alvast hoe zijzelf het verschil probeert te maken.