30 mei
Daan: Hoeveel virtualisering kan een mens aan?
Na elf weken vrijwel volledig thuiswerken dringt zich bij mij de vraag op: Hoeveel virtualisering kan een mens aan? Natuurlijk heb ik ervaren, dat er heel veel wél kon. Meer dan ik dacht. Beeldbellen bestaat in talloze varianten, en voor veel dingen waarvan je dacht dat ze onmogelijk waren, vonden we toch een weg.
Maar de nadruk op technologische oplossingen resulteerde in een explosie van ergernisjes en misverstanden, van afstemmingsmomenten en excelsheets. Het wijst op ieders goede wil om gewoon door te gaan, en tegelijkertijd op de armoede van het op afstand werken - met als bijzondere onhebbelijkheid dat de collega die het meest aan het woord is ook nog eens het grootst verschijnt op je beeldscherm.
Online vergaderen/lesgeven/of vul maar in is veel vermoeiender dan offline, weten we nu. Dat heeft te maken met de uitzonderlijke efficiëntie die je online nastreeft. Geen smalltalk, geen ruis, geen bijzaken. Hup, de bal op de middenstip en recht op het doel af. Onze digitale systemen hebben een virtuele nevenwereld geschapen, die systematischer, procedureler en efficiënter is dan de vorm van leven die wij gewend waren en waar wij op gebouwd zijn, vermoed ik.
Humanisme als enige rijkdom
"Want we zien ook dat het juist die groeiende digitale beschaving is die onze menselijke kanten waardevoller, mooier, belangrijker en zelfs economisch nuttiger maakt: lichamen, natuurlijke stemmen, tastbaar vuil, onvolmaaktheden, vakkundige handen, contacten, inspanningen, nabijheid, strelingen, temperaturen, oprecht gelach en echte tranen, ongeschreven woorden en ik kan zo nog wel even doorgaan. Humanisme zal niet beperkt blijven tot leerstof op school. Het zal deel gaan uitmaken van ons dagelijks leven, het zal onze enige echte rijkdom worden en we zullen ons die nooit meer laten afnemen,'" las ik in een essay van de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco in La Repubblica.
De toekomst is aan dat wat ons menselijk maakt: rommelig, warm en inefficiënt. Ik kijk ernaar uit.