En hoewel het poppenexperiment als basis wordt voor de conclusie dat we racistische vooroordelen hebben bediscussieerd, wijst ander onderzoek ook op het bestaan daarvan.
Denk aan de impliciete associatietest (IAT) van Harvard, waarbij onbewuste vooroordelen bij volwassenen worden getest. Hoe sneller de reactiesnelheid, hoe vanzelfsprekender mensen twee zaken bij elkaar vinden horen, en hoe trager de reactiesnelheid, hoe ongebruikelijker mensen de combinatie vinden. Zo wordt gekeken of hun reactiesnelheid vertraagt als ze een foto van een gezicht met een donkere huidskleur aan positieve eigenschappen moeten koppelen.
Uit dat onderzoek blijkt dat de meeste mensen het makkelijker vinden om positieve eigenschappen te associëren met gezichten met een lichte huidskleur. Vooroordelen die zo diep zitten, dat we ons er zelf niet altijd van bewust zijn. Dat maakt het aanpakken van racisme extra ingewikkeld.