Tot ver in de twintigste eeuw was het in Nederland een schande als ongetrouwde vrouwen in verwachting raakten. Onder druk moesten zij vanaf de jaren vijftig, toen adoptie legaal werd, hun baby afstaan.
De algemene opinie destijds was dat adoptie, ook onder tegensputteren van de moeder, het beste was voor zowel moeder als kind. Gezaghebbende psychiaters als Trimbos en Heijmans schreven: “Ongetrouwde moeders ondermijnen de moraal, zijn labiel en wellicht gestoord.”
Onlangs stelde het ministerie van Justitie en Veiligheid een onderzoek in om te achterhalen of betrokken organisaties, waaronder de overheid zelf, iets te verwijten valt in de zaken waarin brouwen gewondgen werden om afstand te doen van hun kind. Daarnaast onderzoeken kinderen die zijn afgestaan momenteel of zij de staat kunnen aanklagen.