Ooggetuigen: 1945 - het jaar dat de Japanse kampen werden bevrijd
Nathan de Vries blikt met ooggetuigen terug op de bevrijding van de Japanse kampen in voormalig Nederlands-Indië.
Voor honderdduizenden mensen in Nederlands-Indië betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog niet meteen bevrijding. Achter prikkeldraad, onder erbarmelijke omstandigheden, wachtten zij op een moment dat maar niet leek te komen. Pas weken na de Japanse capitulatie vlogen de eerste geallieerde vliegtuigen met pamfletten en voedselpakketten over de kampen. Een moeizaam en vaak pijnlijk terugkeerproces begon.
In de zomerserie ‘Ooggetuigen’ gaat Nathan de Vries, een dag na de nationale herdenking, in gesprek met kampkinderen én een volgende generatie. Wat herinneren zij zich nog van de kampjaren? En was de bevrijding wel zo bevrijdend als we nu denken? Of betekende dit het begin van een rouwproces waar maar weinig erkenning voor was?
Presentatie: Nathan de Vries
Redactie: Noah van Diepen en Adinda Hijl
Eindredactie: Sigrid Muusse
Te gast in deze uitzending
Rob Haarbosch
Rob Haarbosch (1940) zat als kind met zijn moeder en zus in het beruchte kamp Tjideng. Zijn vader overleed tijdens de oorlog toen het schip waarop hij zat werd getorpedeerd. Zijn moeder overleed later in Nederland door psychisch lijden.
Anneke Schults
Anneke Schults (1939) zat met haar moeder in een kamp, eerst in het Kareëskamp en daarna in het Tjidengkamp. Haar vader zat bij het KNIL en werkte aan de Pakan Baru spoorweg. Ze overleefden het alledrie.
Joost van Bodegom
Joost van Bodegom (1936) zat samen met zijn moeder, broer en zusje in drie verschillende kampen: Galoehan, Banjoebiroe 10 en Banjoebiroe 11. Zijn vader werd als KNIL-militair naar de Birmaspoorlijn gebracht. Ze overleefden het als gezin.
Carolijn Cockram
Carolijn Cockram is de dochter van een kampkind. Haar moeder zat drie jaar lang opgesloten in kamp Lampersari op Java. Ze schreef de verhalen van haar moeder op in Kind van een kampkind – Familie-erfenissen uit Indië.