Nederland is steeds veiliger geworden, zo meldde het CBS deze week. We zijn weer terug op het niveau van 1980.

Na deze melding buitelden opiniemakers, deskundigen en ervaringsdeskundigen over elkaar heen in een poging deze contra-intuïtieve trend te verklaren of te weerspreken. Een greep uit de verkeerde vooronderstellingen.

In het radioprogramma ‘Spraakmakers’ vertelde strafrechtadvocaat André Seebregts afgelopen maandag dat de spectaculaire daling volgens hem te maken had met de verhoging van de pakkans. Of je een strafbaar feit pleegt, is afhankelijk van de kans dat je wordt gepakt, dacht hij. Voor een dief is het leven moeilijker geworden. Doordat overal camera’s hangen en de boef via zijn smartphone te traceren is, spoort de politie hem tegenwoordig gemakkelijker op dan vroeger. Was het maar waar. De pakkans is helemaal niet groter geworden, zo verzuchtte hoogleraar criminologie Jan van Dijk. Integendeel. Het ophelderingspercentage is juist nog verder gedaald, er zijn minder daders opgespoord. Wellicht had Seebregts zich laten misleiden door het beschikbaarheidseffect: in zijn praktijk krijgt hij juist te maken met boeven die gepakt zijn. 

Seebregts is niet de enige die een verkeerde vooronderstelling heeft bij de daling van de criminaliteit. Sommige mensen kunnen het CBS gewoon niet geloven. De onderzoeksresultaten sporen niet met hun ervaringen. Dus zoeken ze een verklaring die bij hun eigen perceptie past, ook wel bekend als de bevestigingsfout. Dat er minder misdaden zijn geregistreerd, komt doordat steeds minder mensen bereid zijn om aangifte te doen, zo redeneren ze.  Als je fiets wordt gestolen, ga je echt niet naar de politie, zonde van je tijd.  Maar ook deze vooronderstelling klopt niet. De daling van de aangiftebereidheid is minder sterk dan de totale daling van de criminaliteit. En trouwens, zo rekende de hoogleraar criminologie fijntjes voor: werd vroeger een op de tien fietsen gestolen, tegenwoordig nog maar een op de veertig.

Ook sommige politici bekijken de resultaten van het CBS met argusogen. Migranten hebben toch ook bijgedragen aan de misdaad, verkondigen ze luidkeels. Weer mis: onze grote steden zijn steeds kleurrijker geworden, terwijl de misdaad afnam.

Bij het zoeken naar een verklaring voor een complex probleem zoeken de meeste mensen naar één enkele oorzaak. En bij die simpele monocausale verklaring laten ze zich vooral leiden door hun eigen ervaringen: pakkans, aangiftebereidheid, migranten. Maar de werkelijkheid laat zich niet in een krap jasje persen. Dat vinden ook de onderzoekers, zij wagen zich niet aan een eenduidige verklaring. Het ‘mysterie van de verdwenen criminaliteit,’ zo noemen ze de spectaculaire daling. De enige feitelijke verklaring voor dit mysterie moeten we veeleer zoeken in de preventieve acties van burgers en bedrijven zelf: betere sloten, meer rolluiken, meer alarmapparatuur. En dan nog is het mysterie niet helemaal opgehelderd.

Suzanne Weusten is psycholoog en schreef het boek ‘Wij zijn slim – en andere dwaalwegen van het denken’