Al vijftien jaar maakt Ida Does documentaires waarin de koloniale geschiedenis en sociale gelijkheid centraal staan. In de laatste decennia heeft ze de gesprekken over diversiteit en inclusie zien veranderen. "Veertig jaar geleden was het begrip racisme nog taboe in Nederland, nu is dat gelukkig anders en spreken steeds meer mensen zich ertegen uit."

Sinds de Black Lives Matter-demonstraties, ziet Nathan de Vries dat de standpunten van mensen steeds verder uit elkaar komen te staan. In zijn podcastserie Niet zo Zwart-wit onderzoekt hij of er ruimte is voor twijfel in het gesprek. Een gesprek waarbij emoties zo hoog kunnen oplopen, dat niet iedereen zich durft uit te spreken.

Hoe kan het dat iets als systemische ongelijkheid voor zoveel ongemak en emotie zorgt? We vroegen het aan filmmaker Ida Does. In haar laatste film Nieuw Licht – het Rijksmuseum en de Slavernij, laat ze zien wat gebeurt wanneer het nationaal museum de blik op de Nederlandse slavernijgeschiedenis richt.

U bent al een langere tijd bezig met het onderwerp, maar herkent u zich in de zoektocht van Nathan?

"Ik ben natuurlijk van een heel andere generatie dan Nathan, en ik ben niet opgegroeid in Groningen maar voor een deel in Suriname. Mijn ouders waren allebei niet wit. Sinds 2007 maak ik zelfstandig documentaires, en ik werk vanuit mijn eigen culturele en historische achtergrond. In die zin kan ik me herkennen in wat hij zegt. De dingen waarin je geïnteresseerd bent, komen vanuit je eigen achtergrond, referentie en kennis.

Vaak ga ik ook op zoek naar dingen die ontbreken in het Nederlandse medialandschap. Dingen die ik graag wil zien of horen. Gelukkig zijn we de laatste paar jaar in een stroomversnelling gekomen wat betreft racisme en het slavernijverleden."

Wat heeft u gemerkt van die stroomversnelling in hoe uw werk ontvangen werd?

"Daar heb ik heel veel van gemerkt. Ik ben zelf ook onderdeel van die stroomversnelling. In mijn werk word ik geïnspireerd door wat om mij heen gebeurt. De directe inspiratie van mijn film Amsterdam, Sporen van Suiker was een gids die werd uitgebracht door onderzoekers van zwart erfgoed. Daarin onderzochten ze diverse locaties in Amsterdam waar zichtbare sporen van het slavernijverleden te vinden zijn.

Dat vond ik een mooie aanleiding om te kijken welke materiële en immateriële sporen terug te vinden zijn. Dat was het startpunt van de film. Met Typhoon (Glenn de Randamie, red.) en Noraly Beyer zijn we een stamboomonderzoek gaan doen. Samen met experts zoals Ank De Vogel-Muntslag, onderzochten we hun roots, terug naar verhalen over slavernij.

Ik hoop dat mensen geïnspireerd raken door deze verhalen, dat het een eye-opener kan zijn. Zo zie ik mijn werk. En op die manier draag ik bij aan de beweging."

Tekst loopt door onder afbeelding

Ida Does

In de podcastserie praat Nathan met verschillende mensen over de rol die zij nemen in het gesprek over racisme en identiteit. Is er een bewuste rol die u inneemt wanneer u films maakt?

"De bewuste positie is dat ik altijd mensen van kleur en zwarte mensen een hoofdrol geef in mijn verhalen. Dat is voor mij erg belangrijk, dat ik nooit een wit perspectief inneem. Dat geldt zowel voor, als achter de camera. Ik zet mij er echt voor in dat van camerapersoon, tot montage en muziek, mensen van kleur goed vertegenwoordigd zijn. Dat geeft mij ook de energie die ik zoek.

Het is goed als je een gezamenlijk referentiekader hebt. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat we ons verhouden tot de samenleving waarin we wonen, in Nederland. En dat we ons realiseren dat we worden geconfronteerd met dingen die institutioneel, die systemisch zijn. Dat geldt niet alleen voor racisme, maar ook voor het seksisme waar we de afgelopen weken veel van meekrijgen.

Ik zie mijn rol om een helicopterview te geven van wat het menselijk gedrag is, maar wel altijd vanuit het beginsel dat ik een maker van kleur ben."

In Nieuw Licht wordt de collectieve zwarte pijn inzichtelijk gemaakt door de persoonlijke ervaringen van de hoofdpersonen. Is dat zodat de witte kijker het kan begrijpen?

"De film heb ik gemaakt voor de publieke omroep in Nederland, en ik volg een situatie die zich voordoet in het Rijksmuseum. Dat is een nationaal museum. Maar ik heb niet een zwart of wit publiek voor ogen waar de film voor gemaakt wordt. Ik bekijk van tevoren wat het Rijksmuseum wil gaan doen. Zij wikken en wegen hoe ze hun publiek moeten bedienen. Dat zie je nu ook in de discussie over de tentoonstelling Revolusi! over Indonesië.

Hoe snel discussies ontstaan rondom zo’n tentoonstelling, dat vind ik erg goed. De accenten die ik in de film leg, gaan over de menselijke aspecten; hoe een curator of conservator zich gaat verhouden tot de dingen die zij twintig jaar geleden niet heeft gezien. Dat vind ik belangwekkend. Ik ga haar niet veroordelen omdat ze die dingen toen niet gezien heeft. Nee, ik ben nieuwsgierig naar de reflecties die het oproept en hoe zij er op dat moment mee omgaat."

Het gesprek over racisme en identiteit is gepolariseerd geraakt, ervaart Nathan in de serie. Hoe verklaart u dat er zoveel emotie komt kijken bij dit probleem?

"Ten eerste hebben we op dit moment een samenleving die erg gespannen is. Voor je het weet, slaat ergens de vlam in de pan. Dat is wel de achtergrond van polarisatie waar we het tegenwoordig over hebben. Maar die polarisatie vindt ook plaats in een situatie van structurele ongelijkheid die in onze samenleving bestaat. De mensen die daar slachtoffer van zijn, dragen al generaties lang een trauma met zich mee. Dat men moet opboksen tegen ongelijkheid, tegen structurele achterstelling, discriminatie en vooroordelen. Het is niet meer dan logisch dat het zorgt voor enorme frustratie.

We hebben gelijke kansen voor de wet, maar de feitelijke ongelijkheid die steeds meer zichtbaar wordt, is heel schrijnend. Daar moet je met compassie en begrip naar luisteren. Ik vind het ontzettend goed dat steeds meer mensen zich uitspreken, dat institutioneel racisme geen taboe meer is. Dat zelfs de overheid dat moet erkennen.

Dat was veertig jaar geleden, toen Philomena Essed met haar studie Alledaags Racisme kwam, wel anders. Het woord ‘racisme’, daar wilde men niet aan. De zichtbaarheid en het benoemen ervan, dat is zo belangrijk voor de voortgang van de samenleving. Net als de beweging tegen seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Die vergelijking is voor mij evident."

U klinkt vrij positief over de richting die we opgaan.

"Ik ben daar zeker heel positief over. De zichtbaarheid van mensen van kleur en zwarte mensen, de representatie, het op niveau kunnen meepraten en mee kunnen beslissen, een stempel kunnen drukken op het gesprek, dat vind ik allemaal heel belangrijk.

Op dit moment ben ik bezig met een film over Philomena Essed, zij is nu professor in Amerika en schreef in de jaren tachtig veel over racisme in Nederland. Door me opnieuw te verdiepen in haar werk zie ik hoe daar toen op gereageerd werd. In 1983 werd Kerwin Duinmeijer vermoord, en daarna hebben we een opleving gehad tegen racistisch geweld. Natuurlijk hebben mensen nooit gezwegen, maar het algehele bewustzijn is echt door de Black Lives Matter in 2020 in beweging gebracht.

Na de Black Lives Matter-demonstraties dacht ik: wauw, wat leeft het onder jonge mensen. Dat was een enorme opkikker voor ons, voor de oudere generatie waartoe ik mezelf maar even reken. Hoe vastberaden mensen zich uitspreken, dat is fantastisch. Als je nagaat dat Philomena Essed een warhoofd werd genoemd toen ze met haar werk kwam... Dat haar werk als niet-wetenschappelijk werd gezien, maar dat ze nu de Spinozalezing houdt bij de Universiteit van Amsterdam, daarin zie je dat het onontkoombaar is geworden."

Luister Niet zo Zwart-wit

Naast presentator Natasja Gibbs, politicoloog Kiza Magendane en acteur Tarikh Janssen, spreekt Nathan de Vries in Niet zo Zwart-wit ook met cabaretier Glodi Lugungu, stadsdichter van Groningen Myron Hamming, psychiater Forugh Karimi, én zijn eigen moeder.

Benieuwd? Luister de podcastserie Niet zo Zwart-wit nu in je favoriete podcast-app. Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief, en hou human.nl/niet-zo-zwart-wit in de gaten.

Ook interessant