Het bijhouden van groen, of een zwembad: burgers kunnen het ook. Door "Right to Challenge" kunnen bewoners zo’n taak van de gemeente overnemen. Het biedt een hoop kansen, ‘maar het is nog geen geoliede machine.’

Right to Challenge, ook wel het uitdaagrecht genoemd, houdt in dat bewoners een taak van de gemeente mogen overnemen. Ze dagen de gemeente uit om iets uit handen te geven. Maar een officiële definitie is er nog niet.

‘Het is nog niet juridisch verankerd in de wet,’ zegt Kristel Jeuring, werkzaam bij LSA bewoners, het Landelijk Samenwerkingsverband voor Actieve bewoners. ‘Het is toegestaan, maar er zijn geen voorwaarden gesteld. Het Right to Challenge kan dus overal anders worden geïnterpreteerd.

‘Als gemeenten zich actief bezig houden met Right to Challenge, hebben ze vaak wel voor zichzelf een definitie opgesteld. De focus ligt nu vaak op het overnemen en uitvoeren van een taak.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Basisschoolkinderen planten bomen.

Samen aan de slag

Het kabinet besloot in december om Right to Challenge meer te stimuleren. Vijf maatregelen worden genomen om het aantal gemeenten dat zich hiermee bezighoudt te verdubbelen. En er wordt een gids geschreven om meer houvast te bieden. Daar is Jeuring blij mee. 'Right to Challenge geeft veel voordelen voor een buurt. Bewoners krijgen meer zeggenschap. Zeker in een tijd waarin mensen zeggen dat ze niet gehoord worden, is dit dus een goede ontwikkeling.

‘Daarnaast gaat de kwaliteit van een taak vaak omhoog, omdat het nu op kleinere schaal wordt georganiseerd. Daardoor is er eigenlijk direct meer maatwerk. Het kan bijvoorbeeld efficiënter en soms goedkoper.’

Tot slot is er nog een ander effect: het zorgt voor meer sociale cohesie in een buurt. ‘Of je nu samen aan de groenvoorziening werkt, dagbesteding organiseert of specifiek aan sociale cohesie bouwt. Puur omdat je het met elkaar doet, versterkt dat de samenhang in de wijk.'

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Niet alleen pluspunten

Ook Mathilde van de Ven vindt het een goede ontwikkeling dat Right to Challenge wordt gestimuleerd. Ze is projectleider Right to Challenge bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘Het kan helpen voor gemeenten de kwaliteit van bepaalde taken te verbeteren. Daarnaast laat het gemeenten op een andere manier naar hun beleid kijken. Soms worden problemen op dezelfde manier opgelost. Je kunt dan als gemeente vastroesten.’

Maar er zijn niet alleen pluspunten. 'Het Right to Challenge loopt nog niet helemaal,' zegt Van de Ven. 'Er wordt al wel veel geëxperimenteerd, en in sommige gemeenten gaat het al wel heel goed. Maar het is nog geen geoliede machine. Gemeenten en bewoners lopen tegen een aantal zaken aan.'

Een van de grootste problemen zijn de procedures rond het inkopen en aanbesteden van taken. ‘Die regels zijn er natuurlijk ook niet voor niks,’ zegt Van de Ven. ‘Maar het brengt bewoners in concurrentie met grote partijen, die al veel langer meedraaien. En je kunt ook niet zomaar zeggen: “We laten de regels varen”. Dus dat is heel ingewikkeld.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Gemeenten sterk verkokerd

Dit laat ook een onderzoek van de Universiteit Leiden zien. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties onderzochten ze de mogelijkheid voor een landelijke regeling. Tijdens een debat over Right to Challenge, dat begin april werd georganiseerd, presenteerde onderzoeker Willemien den Ouden grote knelpunten waar gemeenten en bewoners tegenaan lopen.

Naast die ingewikkelde aanbestedingsprocedure bleek ook dat het moeilijk is als burger om echt bij de verantwoordelijken in het bestuur aan tafel te komen. En er achter komen wie verantwoordelijk is, kan nog wel eens lastig zijn, omdat burgerinitiatieven verschillende onderwerpen behelzen.

‘Ik noem het beheer van groen, dat is een concreet voorbeeld,’ zegt Jeuring van LSA bewoners. ‘Bewoners willen het groenbeheer misschien overnemen om niet alleen de wijk mooier te maken, maar ook om mensen te betrekken die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Maar dat is dan een sociale doelstelling, en dan wordt het onduidelijk waar het initiatief bij hoort. Dat is juist wel de kracht van bewoners. Zij overstijgen domeinen.’

Van de Ven herkent dit. ‘Gemeenten zijn vaak sterk verkokerd, dus er moet goed naar de budgetten worden gekeken. Gemeenten splitsen hun begroting niet op naar alle gemeentelijke taken. Dus als er een challenge komt die beleidsoverstijgend is, dan kunnen de bijbehorende budgetten niet één op één uit de begroting worden gehaald.’

Soms te zenuwachtig

Van de Ven vertelt dat gemeenten het soms spannend vinden om een taak aan burgers over te dragen. ‘Je blijft als gemeente eindverantwoordelijk. Maar soms denken ze wel heel veel na over de risico’s. Je kunt je heel erg zorgen maken, maar vaak is dat vooral theorie en gebeuren bepaalde dingen niet in de praktijk.

‘Bijvoorbeeld wanneer bewoners het onderhoud van een speeltuin willen overnemen. Je kunt je zorgen maken over de risico's als het niet goed wordt bijgehouden. Maar er is naar mijn weten nog nooit een speeltoestel ingestort als gevolg van onvoldoende onderhoud door bewoners.

‘Je hoeft als gemeente dus niet zo zenuwachtig te zijn. Er zijn ook gemeenten die die dat niet zijn, dus je ziet grote verschillen. We moeten vooral de kansen van Right to Challenge laten zien, in plaats van risico’s.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Stok achter de deur

Tijdens het debat in april werd besproken of landelijke wetgeving voor Right to Challenge een goed idee zou zijn. Volgens onderzoek van de Universiteit Leiden lopen initiatiefnemers vaak tegen juridische problemen aan die niet met een landelijke regeling zijn op te lossen. Bewoners uitten ook hun zorgen tijdens het debat. Zij zijn bang dat een landelijke regeling flexibiliteit in de weg staat.

Ook Van de Ven vindt het geen goed idee. ‘Wij denken als VNG niet dat je het wettelijk moet dichtspijkeren, dat is niet de goede weg. Maar het Right to Challenge is wel een manier om te kijken of je een stap terug kunt doen als gemeente.’

Jeuring ziet wel brood in landelijke wetgeving. ‘Tegenstanders zeggen dat een landelijke wetgeving suggereert dat je als gemeente en burger tegenover elkaar komt te staan. Maar wij denken dat als je het goed formuleert, dat niet zo hoeft te zijn. De wetgeving gaat dan vooral om mogelijkheden bieden voor burgers.

‘Bijvoorbeeld het krijgen van een second opinion, als men niet zo snel de kansen ziet in het overdragen van een taak. Of het krijgen van ondersteuning voor je initiatief. Een landelijk beleid is een stok achter de deur voor bewoners, omdat niet elke gemeente staat te trappelen om met het Right to Challenge aan de slag te gaan.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Sociale cohesie door moestuin in Venserpolder.

Regie in de wijk

Makkelijk is het Right to Challenge dus (nog) niet. Waar het voor Jeuring nu vooral om gaat, is dat het een discussie op gang brengt over de huidige werkwijze en dat burgers meer kansen krijgen om met een initiatief aan de slag te gaan. ‘Bewoners voelen zich gesterkt. Ze hebben iets. Ook al is het nog niet wettelijk vastgelegd. En voor ambtenaren die al langer zien dat iets op een andere manier kan, is het ook een steun in de rug.

‘Dus mensen hoeven niet eens per se iets over te nemen, maar ze kunnen dan in ieder geval aankaarten dat ze zich storen aan de manier waarop iets wordt gedaan of uitgevoerd. En Right to Challenge zorgt dan voor gesprekken. Dat is mooi om te zien. Wie heeft de regie in de wijk? Het wordt meer mainstream om hier over na te denken.’

Ook interessant