De vader van zijn vader kwam in de jaren zestig als gastarbeider naar Nederland. Opa Can was grootgrondbezitter in het oosten van Turkije, maar omdat hij geen mensen kon vinden die dit land voor hem bewerkten, is hij naar Nederland gekomen, waar hij een baan vond in de metaalindustrie.
Hoewel zijn opa aanvankelijk een huwelijk tussen Sinan's ouders tegenhield in Turkije, omdat zijn moeder uit een arm Koerdisch gezin kwam, liepen zijn ouders door een speling van het lot elkaar in Nederland - Nijmegen om precies te zijn - weer tegen het lijf en stapten alsnog in het huwelijksbootje.
In 1977 kwam Sinan ter wereld in de wijk Bottendaal in Nijmegen, een multi-culturele wijk waar hij nog altijd woont. Zijn vader werkte in hetzelfde bedrijf als zijn opa en zijn moeder was maatschappelijk werkster en voorzitter van een vrouwenvereniging. 'Toen ik heel klein was, nam ze me daar altijd mee naartoe,' zei Sinan Can hierover in Trouw. 'Ik ben met vrouwen opgegroeid - daar heb ik denk ik mijn zachte, empathische kant aan te danken.'
Als jochie wilde hij arts worden om zo kinderen te helpen in Afrika. Ook dacht hij eraan om geschiedenis te studeren, maar koos uiteindelijk voor een studie journalistiek in Tilburg, om zo zijn maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven en bij te dragen aan een rechtvaardige wereld. Can werkte na zijn studie bij CNN Türk in Istanbul, ging als onderzoeksjournalist aan de slag bij Zembla, maakte tv-documentaires als Uitgezet (2013), In het spoor van IS (2017) en documentaireseries als Bloedbroeders (2015) en De Arabische storm (2016).
Voor die laatste serie werd Can in 2016 door het Humanistisch Vredesberaad uitgeroepen tot "Journalist voor de Vrede", omdat hij 'de hoop en teleurstellingen heeft geschilderd van velen in de Arabische wereld, met oog voor de mensen en hun persoonlijk lijden.'
Tekst gaat door na afbeelding