Deze week begint het twintigste seizoen van De Vloer op. Al vanaf het begin verzorgt Jacqueline Steijlen de kleding en rekwisieten voor het programma. Wij liepen twee dagen mee tijdens haar voorbereidingen voor opnames van het nieuwe seizoen.

'Extreemrechts, hoe zie je er dan uit?' In een hoekje op de eerste verdieping van een voormalig kantoorpand in Amsterdam-Zuidoost zit een vrouw te mompelen achter een stapel velletjes. De vrouw achter de tafel is Jacqueline Steijlen, stylist en rekwisiteur bij improvisatieprogramma De vloer op.

Steijlen is al vanaf het allereerste moment betrokken bij het programma waarin regisseur Peter de Baan acteurs onvoorbereid het toneel op stuurt. Voordat de acteurs met een scène beginnen, kijken ze eerst in een hoek met kleding en rekwisieten. Steijlen heeft de spullen daar vlak voor de opnames met zorg neergelegd. Dat doet ze al negentien jaar.

De loods

Het is zondag, de dag voor de opnames van een nieuwe serie scènes van De vloer op. Het is stil in de ruimte van zo’n honderd vierkante meter. Op de achtergrond zoemt een tl-balk, een ander doet verwoede pogingen aan te springen.

Het kantoorgebouw en het bijbehorende parkeerterrein zijn verlaten. ‘We gaan met de trap naar boven, want ik ga niet met de lift in zo’n leeg gebouw,’ zei Steijlen bij het binnengaan.

De loods van Jacqueline Steijlen, stylist bij De Vloer Op

Eerder die dag belde Steijlen met regisseur De Baan. ‘Hij leest dan de scènes voor, en ik schrijf voor mezelf op wat relevant is.’ Op basis van die paar aantekeningen weet ze de scènes vrij nauwkeurig te reproduceren. Negen scènes staan op het programma morgen. ‘Alleen Peter en ik weten precies wat de scènes gaan zijn.’

Tijdens het doornemen van de scènes maakt Steijlen meer aantekeningen. ‘Hier moet een ochtendjas bij. En een jas. En een tas.’ Soms vraagt De Baan ook om specifieke rekwisieten, zoals frietjes uit de oven. ‘En tegenwoordig mogen sommige dingen er ook niet liggen, zoals een pistool. Als ze elkaar neerschieten is de scène meteen klaar.’

'Hiervoor moeten we langs een seksshop'

Op de rekwisietentafel vinden de acteurs wel brillen, petten, en flessen wijn. Vroeger gingen de twee flessen die er stonden er geheid doorheen, vertelt Steijlen, tegenwoordig vindt ze steeds vaker na de opnames volle flessen terug. Roken gebeurt ook al lang niet meer. Toch is de kern van het programma volgens Steijlen altijd hetzelfde gebleven. De scènes gaan altijd over actuele morele dilemma’s. Hoe ga je bijvoorbeeld om met seksualiteit in tijden van #MeToo?

‘Daarvoor moeten we langs de seksshop,’ zegt Steijlen over een scène tussen Anna Raadsveld en debutant Bram Suijker. In de scène gaan ze al een week met elkaar, en is Suijker voor het eerst mee naar het huis van Raadsveld. Maar voor alles wat Suijker doet, vraagt hij toestemming. ‘Hij haalt dus al het mysterie uit de avond… Handboeien, die hebben we ook nodig.’

De tweede scène die gespeeld wordt, gaat over rechts-extremisme. De Baan zal acteurs Bram Suijker en Sanne den Hartogh in het inleidende tekstje vertellen dat de rechts-extremisten hun eigen demonstratie geweldadig gaan verstoren, op zo'n manier dat links de schuld krijgt.

Iemand die extreemrechts is, ziet er vooral onopvallend uit, concludeert Steijlen. Maar hoe laat je iemand in een scène er onopvallend uitzien, en toch ook gevaarlijk? 

Het boodschappenlijstje van spullen die ze nog moet bemachtigen voor deze scènes groeit. Tussen het behandelen van de scènes door staat Steijlen regelmatig op en wandelt ze van het ene rek naar het andere in haar ‘loods’. Het geluid van de zoemende tl-bak wordt af en toe aangevuld met haakjes die over een kledingrek schuiven. Steijlen zegt zachtjes: ‘Deze is leuk voor die scène.’

Twintig jaar verzamelen

Steijlen heeft alle kleding en rekwisieten in haar loods zelf verzameld. De spullen komen overal en nergens vandaan. ‘Maar vooral van sample sales. Dan koop je een jas van 600 euro ineens voor een schijntje.’ 

Een paar jaar terug is de collectie flink uitgedund, toen Steijlen halsoverkop haar vorige loods moest verlaten omdat het pand werd verkocht. Slechts een paar items hebben die schifting overleefd. De tas waarin Steijlen de brillen bewaart bijvoorbeeld, die gaat al mee vanaf het begin. Langer zelfs: ‘Die kwam nog uit de serie In voor- en tegenspoed.’ Begin jaren 90 zond de Vara deze serie uit. Het tasje ziet er nog puntgaaf uit.

Andere insteek

Steijlen is één van de vaste crewleden die er al vanaf het begin bij is, net als regisseur Peter de Baan, de producer, eindredacteur, en een handjevol acteurs. ‘Het is een hele leuke afwisseling en een hele andere insteek dan bij een speelfilm of serie.’ Waar ze bij een grote productie een karakter kan bouwen met kleding, kan Steijlen bij De vloer op alleen maar aanbieden.

‘De acteurs bepalen wat ze gebruiken en hoe ze het karakter invullen. Vroeger dacht ik nog dat ik daar in kon sturen, maar ik heb geen enkele invloed op wat ze pakken,’ vertelt ze. Ze dacht dat het aan haar lag, als acteurs niet pakten wat ze  specifiek voor hen had neergelegd. Tegenwoordig legt ze soms spullen neer die acteurs vanuit eerdere gezamenlijke producties herkennen. ‘Dan weten ze in ieder geval dat ze het passen.’

Ondertussen in de loods heeft Steijlen haar kledingrek al behoorlijk gevuld. Maar iets dat onopvallend en tegelijkertijd gevaarlijk uitstraalt, heeft ze nog niet gevonden. ‘Een leren jasje misschien? Ah, deze handschoenen passen wel,’ zegt ze terwijl ze in een stapel dozen is gedoken. ‘Ook goed voor de seksscène trouwens. Dat extreemrechtse gaat ook over religie, he? Daar kan een Koran bij.’

'Stress heeft geen zin'

Steijlen weet nog goed hoe leuk ze het vond om tijdens de speelinstuif in de Bredase schouwburg lappen en kostuums en sjaals op een paspop te gooien. Ze was zes en dacht: ‘Dit wil ik later worden!’ Na de middelbare school volgde eerst nog de kunstacademie, waar Steijlen een obsessie voor opschrijfboekjes ontwikkelde. Maar dat met die kleding bleef hangen. ‘Ik kijk op straat altijd naar hoe mensen eruit zien. Heel inspirerend.’

Toen ze met Peter de Baan aan een andere serie werkte, rolde ze zo bij De vloer op binnen. ‘Het is echt wel veel netwerken, dit werk. Je blijft in bepaalde cirkels van mensen.’ Inmiddels doet ze minder klussen en verblijft ze veel in Frankrijk, in de Bourgogne, hoewel woonplaats Amsterdam haar basis blijft. Het Franse leven heeft haar rustiger gemaakt, denkt ze.

Steijlen lijkt geen stress te hebben. ‘Dat heeft geen zin.’ Al was ze van binnen wel redelijk in paniek toen De Baan haar onlangs vroeg om een Gouden Kalf te produceren. De Baan heeft twee Kalveren thuis staan (Beste Televisiedrama in 2005 – ‘De kroon’ en 2007 – ‘De prins en het meisje'), maar die mocht Steijlen niet gebruiken. Ze bedacht van alles in de anderhalve dag voorbereidingstijd die ze had. Uiteindelijk was het toch De Baan die één van zijn prestigieuze prijzen meenam naar de opnames.

Of die ene keer in 2006 dat ze twee levende duiven op het podium moest regelen. Dat was in de tijd dat De Baan zijn scènes nog op maandagochtend doorbelde. Haastig scheurde ze de halve provincie door om bij een duivenmelker twee vogels in een kartonnen doosje op te halen. ‘Maar toen had ik ook een stagiair, dat gaf wel wat ruimte.’

Kijk hieronder de scène met de duiven. De tekst gaat door onder de video.

'Zo kunnen ze nog gevaarlijk worden'

Tegen het einde van de verzamelsessie in de loods hangt het rek vol, heeft Steijlen een doos vol hoeden, en twee grote tassen van een bekend woonwarenhuis met losse items klaar staan. Vlak voor het verlaten van de ruimte rommelt ze nog even in een doos naast de deur: ‘Ha, een bivakmuts. Zo kunnen ze nog gevaarlijk worden.’ 

Alle kleding voor een avond opnames op één rek verzameld

Nog een dag verzamelen

De volgende dag heeft Steijlen nog een paar uur om het boodschappenlijstje bij elkaar te scharrelen. Daar moet ze wel nog Amsterdam voor doorkruisen in haar zeegroene auto.

Die auto is – nadat ze langs haar loods is geweest – omgetoverd tot een grote vergaarbak van lappen stof, tassen en dozen. Onder een blazer ligt een bosje bloemen van de supermarkt. ‘Die slaan ze vaak zo leuk kapot. Dan wordt het zo’n lekkere bende op de vloer.’

De auto van Steijlen is verworden tot een vergaarbak van stoffen

Bovenaan het lijstje staan attributen voor de rechts-extremisten. Steijlen kreeg gisteravond de ingeving dat ze met ‘palestijnenshawls’ zich links kunnen kleden.

Stereotyperen is nu eenmaal onvermijdelijk bij het stijlen van De vloer op. De shawls heeft Steijlen op de valreep nog in de loods opgediept en meegenomen. Ook het pistool dat eerder nog werd afgedankt, zit toch in een tas in de auto.

Het is rond half drie als Steijlen haar auto parkeert in de buurt van een sportwinkel.  ‘Die jongens zijn aan het trainen voor de demonstratie hè, dus die moeten fit zijn,’ lacht ze.

Uit de rekken pakt Steijlen gewichtjes, hoodies (‘Ik ben zo klaar met hoodies dat ik ze allemaal weg heb gedaan’), en een springtouw. Nog even loopt ze een rondje door de winkel. Misschien komt ze nog op ideeën voor andere scènes.

Kris kras door Amsterdam

Na de sportwinkel volgen een bouwmarkt (kleurstalen), een oerhollandse grootgrutter (opschrijfboekjes) en een dierenspeciaalzaak (hondenriem). Ze sjeest van Amsterdam-Zuidoost naar de Kinkerstraat in Amsterdam-West, Steijlen heeft voor bijna al haar producten inmiddels wel een adresje.

Eén van die adresjes is een winkel met legerartikelen. Daar hangen geweren en pistolen aan de wand achter de toonbank, daartegenover een ruim assortiment messen, achter glas.

Messen mogen niet meer op de rekwisietentafel liggen, nadat Leopold Witte tijdens de opnames met een van de messen werd gestoken. Dat hoorde niet bij de scène, ging per ongeluk. Achteraf bleek het vooral een hoop bloed te zijn.

In de winkel loopt Steijlen tussen de rekken door. Ze pakt een legergroen jack, eentje met veel zakken en zonder mouwen: perfect voor een radicale demonstrant. Maar helaas, dat laat het budget niet toe. Na een rondje neemt ze bij de kassa nog een paar handboeien mee. Echte stalen, die niet zomaar opengaan. ‘Ook goed voor de seksscène,’ zegt Steijlen.

Rekwisieten totaal anders gebruiken

De handboeien en bivakmutsen worden aangevuld met kleurstalen, een bot voor een hond en nog wat klein grut. Steijlen wandelt onverstoorbaar van het begin tot het eind van de Kinkerstraat. Onderweg kijkt ze veelvuldig om zich heen naar kleding van anderen. Bij elke winkel gluurt ze naar binnen op zoek naar leuke spullen.

‘Het leukste vind ik als de acteurs iets gebruiken op een totaal andere manier dan ik in gedachten had. Zo was er eens een scène waarin een acteur met een fietshelm aan de scène begon. Heel absurd, want die fietshelm had niets met de scène te maken,’ vertelt Steijlen. Terug bij haar auto krijgen alle spullen een plek bovenop de berg stof, voordat ze de straat uitrijdt.

Ook voor al uw stijladvies

Eenmaal bij het Bimhuis, waar De vloer op wordt opgenomen, laadt Steijlen de auto uit. Aan het het kledingrek hangen ook de tassen met rekwisieten, inclusief dreigende bivakmutsen, pistool en fietshelm. Terwijl de kinderen de zaal uitstromen na de opnames van De vloer op jr. rijdt Steijlen haar kledingrek binnen.

Met zorg legt ze alle rekwisieten op de tafel. Sommige vliegen toch weer van tafel terug de tas in. De kleding wordt op volgorde gehangen. Als alles goed staat, zorgt Steijlen dat alle merken zijn afgeplakt - een publieke omroep mag geen reclame maken.

Vlak voor het publiek de zaal in stroomt, komt actrice Anna Raadsveld nog even naar Steijlen toe: ‘Kan dit pak wel zo? Niet te eentonig?’ ‘Nee, dat combineert juist leuk!’, stelt Steijlen haar gerust. ‘Ja, inderdaad! Nou, opgelost,’ antwoordt Raadsveld. Steijlen legt snel nog de laatste dingen goed op de rekwisietentafel. Vanaf hier is het aan de acteurs.

De vloer op

Als het tijd is voor de scène met de extreemrechtse activisten pakt Suijker het pistool van de rekwisietentafel. De ‘palestijnenshawls’ mogen ook de scène in. ‘Ja, dan ben je links toch?’, zeggen de acteurs tegen elkaar.

De andere spullen die Steijlen voor de scène had bedacht - hoodies, computer, fitnessartikelen - blijven onaangetast. In plaats daarvan trekken de acteurs de gele regenjas van het rek.

Tijdens het winkelen had Steijlen een schietschijf in haar handen, maar ‘dat gaat misschien wat ver hè, als we ze laten oefenen.’ Op de vloer zeggen de acteurs: ‘Misschien moeten we het schieten even oefenen?’

Vooraf gaf Steijlen ze alle middelen om angstaanjagend over te komen. Maar acteurs Bram Suijker en Sanne den Hartogh vertellen vooral het verhaal van twee niet al te snuggere activisten. ‘Maar wanneer schiet je mij dan neer? En waarom eigenlijk ook alweer? Hoe krijgt links dan de schuld?’

Een scène verloopt altijd anders

De rest van de avond komt de wijn veelvuldig aan bod. Maar op gaat de fles zeker niet. De soesjes die bij scène zeven hoorden, gaan er in scène drie al bijna allemaal doorheen. Als Sanne den Hartogh een psychiater moet spelen laat hij de witte doktersjas hangen. Hij kiest voor de zwarte hoodie uit de sportwinkel. Een scène verloopt nooit zoals Steijlen van tevoren kan bedenken.

Het succes van De vloer op is afhankelijk van hoe de acteurs omgaan met wat hen wordt aangereikt. Wat weten ze al van de onderwerpen uit de opdrachten van De Baan? Welke verbanden leggen ze tussen de voorwerpen op de rekwisietentafel? En wat gunnen de acteurs elkaar tijdens het ontvouwen van het toneelspel?

Steijlen kan zich behoorlijk wat succesvolle scènes herinneren. Zeker uit de begindagen: ‘Toen keek ik nog alle scènes terug.’ Ze herinnert zich een scène met Tjitske Reidinga in burka, en een scène waarbij twee acteurs doen alsof ze van een klif gaan springen (‘dat vereiste echt veel verbeelding!’). En de scènes met de duiven.

Met een beetje hulp van Steijlen

Het programma kent inmiddels honderden scènes, een junior-variant, een theatertour en is daarmee springlevend. Regisseur De Baan weet nog altijd nieuwe opdrachten te bedenken die raken aan de actualiteit. Steijlen zal nog wel even met haar brillenkoffer, kledingrek en volle tassen blijven slepen voor dit programma.

Ondertussen weet Bram Suijker het verhaal van de scène zo te draaien dat hij niet langer doodgeschoten zal worden. In plaats daarvan moet de politie juist Sanne den Hartogh oppakken, waarmee Suijker niet langer de pineut is. Een verrassende wending. Tot Peter de Baan roept: ‘Oké, tot hier!’

De acteurs oogsten applaus terwijl ze de gele jas terughangen in het rek, en het pistool terugleggen op de tafel, naast de handboeien. Voor de acteurs terug gaan naar hun plek roept De Baan: ‘Dames en heren, dit was de eerste improvisatie van Bram!’ Succesvol, met een beetje hulp van Steijlen.

De scène van Sanne den Hartogh en Bram Suijker uit dit artikel kijk je hieronder.

Ook interessant