Een sterspeler was Christian Gyan niet, toch was de speler van het eerste van Feyenoord, die nooit voor langere tijd een vaste plek in de basis kreeg, mateloos populair bij het publiek. Voor de podcast Wat blijft gaat Inge ter Schure in gesprek met schrijver Michel van Egmond over zijn nalatenschap.

Christian Gyan

Geboren: 2 november 1978 in Tema, Ghana. Voetballer, verdediger. Won bij Feyenoord het landskampioenschap, de Johan Cruijf Schaal en de UEFA-cup. Werkte na zijn voetbalcarrière in de Rotterdamse haven. Man van Anita Atta Gyan. Vader van drie kinderen. Inge ter Schure volgt zijn spoor terug. Wat blijft na de dood van Christian Gyan?

In de Rotterdamse Kuip word je niet de held van het legioen als je de duurste auto rijdt, de meeste miljoenen verdient of de mooiste vrouwen aan je zijde hebt. Nee, in de Kuip word je een voetbalheld als je, zoals Christian Gyan, doet wat de trainer zegt, na de wedstrijd nog een praatje maakt met de supporters, en daarna op de tram naar huis stapt. Naar een heel gewoon flatje op Rotterdam-Zuid.

"Het Feyenoord-publiek heeft een merkwaardige voorkeur voor een bepaald type spelers," vertelt schrijver Michel van Egmond. Hij schreef een boek oer Gyan. "Chris was één van dat type. Ik denk dat de essentie ervan is dat supporters heel goed aanvoelen of het Feyenoordgevoel echt is of niet.

"Je hebt heel veel voetballers, die scoren een doelpunt en beginnen dan het embleem op hun shirt te kussen. Ik vind dat altijd een beetje wanstaltig, want het slaat helemaal nergens op. Ze kunnen beter hun loonstrookje kussen, zeg ik altijd maar. Maar sommige spelers doen dat, en dan weet je: dit is echt. Die houdt echt van die club. Gyan was daar het schoolvoorbeeld van."

We schrijver Michel van Egmond op de tribunes van de Kuip: "Het is een uitstekend uitgekozen locatie," vindt de schrijver.

Chris Gyan heeft hier flink wat zeges gevierd, wat betekende de Kuip eigenlijk voor hem?

"Ik denk dat dit een plek was waar hij zich enorm gewaardeerd voelde. Dat kan bijna niet anders. Hij werd hier, zeker in de laatste jaren dat hij hier speelde, bijna verafgood als een idool. Als 45 duizend mensen hun liefde laten blijken aan je, dat komt wel over."

En hoe deden ze dat, die liefde laten blijken?

"Door voor hem te klappen, door een speciaal lied voor hem te zingen. Door hem aan te moedigen terwijl hij gewoon in de dug-out zat. Hij is verreweg de populairste reservespeler uit de geschiedenis van Feyenoord, dat kan bijna niet anders.

Hij zat vaak hele wedstrijden op de bank, maar moest dan toch van de supporters even naar buiten komen, even zijn gezicht laten zien, even naar ze zwaaien. En dan waren ze weer tevreden. Hij wekte ook niet de indruk dat hij daar veel moeite mee had. Hij genoot er zelf ook van. Dat was eigenlijk wel mooi. Als de mensen niet zelf begonnen te zingen, dan zou hij zelf wel het liedje inzetten."

Wat was het liedje?

"Met de schitterende poëtische tekst: Christian Gyan, olé, olé."

En hoe was jouw eerste ontmoeting met hem?

"Ik heb hem voor het eerst ontmoet bij een fietsenwinkel. De spelers van Feyenoord kregen allemaal een auto, een Opel Calibra, van de sponsor. Maar hij was zeventien en had nog geen rijbewijs, dus hij kreeg een mountainbike.

Zijn karakter verraadde niets van een voetballer, hij was heel bescheiden, keek eigenlijk de hele tijd naar de grond. Zei niet veel, mompelde een beetje wat. Toen heb ik hem voor het eerst een hand gegeven. Maar ik heb hem iets beter leren kennen toen ik met Feyenoord op reis ben gegaan, een trip naar Curaçao en Amerika. Dat was ook de eerste keer dat hij met het eerste elftal meeging naar het buitenland."

Foto gemaakt tijdens de presentatie van het boek King, de vele Wederopstandingen van Chris Gyan.
Vlnr: Patrick Paauwe, Pierre van Hooijdonk, Gerard Meijer, Robin Nelisse, Chris Gyan, Paul Bosvelt, Michel van Egmond, Leo Beenhakker, Kees van Wonderen.

Wat voor een plek had hij in die spelersgroep?

"Kijk, een voetbalkleedkamer is niet altijd voor iedereen heel uitnodigend. Het is niet zo dat als er een nieuwe speler binnenkomt, dat er dan een welkomstcomité klaarstaat. Je moet het maar laten zien op de training, en je moet zelf maar aanvoelen hoe je je moet gedragen.

Hij deed het eigenlijk perfect. Want hij stelde zich heel bescheiden op en zette zich honderd procent in op de training. En hij heeft heel veel respect en ontzag gekregen van de spelers omdat hij steenhard was op de training. Daar hadden de spelers veel respect voor, dat vonden ze mooi. En het was ook zonder aanzien des persoons. Dus hij pakte net zo goed een jeugdspeler aan als Ronald Koeman. En daarmee verdiende hij respect in de voetbalkleedkamer."

Buiten het veld was hij allesbehalve hard.

"Dat was een ongelooflijk contrast. Op het moment dat hij over de lijn stapte, het veld in, die voetballer had niks meer te maken met de persoon. Hij was heel zacht en heel bescheiden. Het tegenovergestelde als wat hij als voetballer was.

De voetballerij, is niet een wereld die bekend staat om de open houding, waar iedereen mag zijn wie die wil. Maar Chris Gyan werd wel geaccepteerd. Wat hij ook aantrok en hoe hij zich ook gedroeg.

Hij was een excentrieke jongen. Hij was gelovig, hij sprak de taal niet, hij kleedde zich soms in traditionele Ghanese kleding. Terwijl in een voetbalkleedkamer is het toch: als jij de verkeerde kleur spijkerbroek aan hebt, ben je even een middagje de sigaar. En bij hem heeft nooit iemand de aanvechting gemaakt om hem belachelijk te maken. Dat is nooit gebeurd."

Door het bidden, viel hij ook heel erg op, toch?

"Ja, dat religieuze dat hij had, waar hij helemaal van doordrenkt was, dat is ook altijd geaccepteerd. Hij had ook een ritueel voor de wedstrijd in de kleedkamer. Trok hij zich terug in de doucheruimte en ging daar bidden. Dat ging met best wat geluid gepaard, met allerlei rituelen. Maar niemand heeft daar ooit een grap over gemaakt over moeite mee gehad. Iedereen heeft hem altijd in z’n waarde gelaten. Dat beeld van hem, biddend op het veld voor de finale van de UEFA-cup. Dat is bijna een iconisch beeld geworden in de clubgeschiedenis van Feyenoord."

En die finale, was dat zijn meest glorieuze moment?

"Ja, ik denk dat zijn meest glorieuze moment is. Het kan niet anders. Ook omdat hij een actie heeft gehad in de wedstrijd die ook weer iconisch is geworden. Dat is zijn grootste wedstrijd ooit geweest."

Vertel eens over die iconische actie, die inmiddels larger than life is geworden in de herinnering.

"Zo gaat dat met dat soort dingen. Feyenoord speelde tegen Borussia Dortmund, hun spits, Jan Koller, was geloof ik twee meter vier. Een enorme reus uit Tsjechië. In de tweede helft kwam er een hoge bal, voor Jan Koller was die niet eens zo hoog, maar voor de andere spelers wel. Het leek een hele makkelijke prooi voor hem. En opeens kwam Chris Gyan door de lucht aanzeilen. En kopte die bal voor hem weg.

In de herinnering van de mensen is dat inmiddels een sprong van een soort Neil Armstrong-achtige allure. Als je de beelden terugkijkt valt het wel mee, maar het is veel meer het beeld van een klein mannetje, van een minder grote club dan Dortmund; de underdog wint van de reus. Dat is een sentiment in Rotterdam, als je dat doet dan lopen bij de mensen de tranen over de wangen."

Na zijn carrière nam zijn leven een andere loop dan je zou verwachten bij een profvoetballer.

"Als je het van een grote afstand bekijkt wel. Maar als je een beetje wist hoe hij in elkaar zat en wat er aan de hand was in zijn leven, was het misschien te voorspellen dat het niet goed ging aflopen. Want hij had erg de neiging om mensen te helpen en zijn geld weg te geven aan mensen. En hij was ook erg vatbaar voor mensen die zijn hulp inriepen.

Daar zaten vaak mensen tussen die zijn hulp goed konden gebruiken, maar er zaten ook mensen tussen die daar misbruik van zijn grote hart maakten. Dus dat het financieel een probleem zou kunnen worden, dat kwam niet helemaal als een verassing."

Want tijdens zijn voetballende leven gaf hij ook al heel veel weg?

“Ja, ik ben er pas later achter gekomen dat in het seizoen dat hij de UEFA-cup won, zijn grootste seizoen, had hij een paar Ghanese vluchtelingen in huis. Jongens die op een dag kwamen aanwaaien en zijn hulp vroegen. En dan kreeg je ook zijn hulp, dan kreeg je alles. Zijn kleren, zijn geld, zijn huis. En dat heeft hij altijd gedaan.”

"Dat is het gekke, er zijn zo veel mensen die in het eerste elftal hebben gespeeld en elk jaar overlijden er natuurlijk best veel. Maar als je het eerbetoon ziet dat hij gekregen heeft, dan zou je vermoeden dat hij drie UEFA-cups en zeven Champions Leagues heeft gewonnen. Zo was het ook weer niet. Maar het zei heel veel over hoe hij mensen geraakt heeft. Door grotendeels aanwezig te zijn.

Het is niet zo dat hij heel veel doelpunten heeft gemaakt, daar was zijn positie ook niet naar, maar hij heeft mensen gewoon geraakt."

Wat blijft er van Christian Gyan, wat laat hij na?

"Voor mij persoonlijk… Ik vind het eigenlijk een van de meest indrukwekkende personen die ik ooit ontmoet heb in mijn leven. Omdat hij zo puur was. Er was helemaal niets gespeeld aan die jongen. In niets kon ik me vereenzelvigen met hem, hij zei dingen die heel ver van me af staan. Hij deed ook allerlei dingen die ik nooit zou doen, of nooit zou kunnen opbrengen, hij cijferde zich helemaal weg. Dus het was raar dat we toch een band voelde. Ik denk, omdat hij zo puur was. En zo opofferingsgezind was ook.

Ik heb nog steeds contact met zijn familie en voel een band met hen, ook met zijn kinderen. Op de een of andere manier zie je aan zijn kinderen dat ze een goede vader hadden. Dat merk je altijd wel. Ze zitten allemaal goed in elkaar."

Luister Wat blijft

Nu via je podcast-app

In de podcastserie Wat blijft volgen interviewers het spoor terug van recent overleden Nederlanders. Wat hebben zij écht betekend? Wat kunnen we leren van hun leven? En hoe leven zij voort? 

Luister de podcast nu via je podcast-app.

Ook interessant