Een belangrijke vraag blijft of het niet problematisch is als de kritische journalist ontbreekt en politici zo de vrije ruimte krijgen om te vertellen wat ze willen. Vliegenthart verwacht niet dat dit snel uit de hand zal lopen. ‘Politieke partijen die zelf hun media verzorgen zijn natuurlijk niet zo gebonden aan de journalistieke regels van feitelijkheid en hoor en wederhoor. Tegelijkertijd zit er ook voor politici een zekere rem op wat ze uitzenden: je kan het niet al te bont maken, want dan verlies je je geloofwaardigheid.’
Bovendien, zo benadrukt Vliegenthart, ook in televisiedebatten klopt niet alles wat er gezegd wordt. ‘Als je gaat kijken naar wat in die debatten wordt gezegd, dan blijkt daar ook vaak een heleboel onzin tussen te zitten. Soms kan een moderator aangeven dat wat gezegd wordt onjuist is, maar ook die heeft vaak niet direct de feitelijke kennis voorhanden om meteen on the spot iemand te corrigeren.’
Zowel Vliegenthart als Hendriks menen dat deze sociale mediakanalen aansluiten bij wat partijen altijd al doen in campagnetijd. ‘Voorheen zochten ze zaaltjes op en hielden toespraken in het openbaar,’ zegt Hendriks. ‘Daar waren ze ook niet gebonden aan journalistieke normen en deelden ze ongefilterd hun eigen boodschap.’
Volgens VU-onderzoeker Van der Velden zit er echter wel een groot verschil tussen de toespraken die tijdens fysieke politieke bijeenkomsten worden gehouden en de sociale mediacampagnes die politici nu voeren. ‘Er zijn nu veel meer mensen die deze informatie van politici tot zich nemen. Het is voor mensen namelijk een stuk gemakkelijker om iets wat op je telefoon langskomt aan te klikken en te kijken, dan om naar een zaaltje toe te gaan en een politieke bijeenkomst bij te wonen. Zeker in deze tijd, waar mensen binnen zitten en zich vervelen omdat er niks te doen is ’s avonds, zullen meer mensen de politieke uitzendingen op sociale media bekijken.’
Ook geven de sociale mediakanalen politici meer mogelijkheden om de kritische toets door traditionele media te ontwijken, wat op verschillende manieren voor problemen kan zorgen, denkt Van der Velden. ‘Thierry Baudet loopt bijvoorbeeld weg uit uitzendingen - of het nu over koffie gaat met Emma Wortelboer, of dat er door een cabaretier iets gezegd wordt wat hem niet aanstaat - en gaat vervolgens in zijn eigen FvD-journaal informatie geven en duiden. Dit kan bij mensen voor minder vertrouwen in de journalistiek zorgen, want waarom zou Baudet anders weglopen? Tegelijkertijd worden hem geen kritische vragen meer gesteld, maar kan hij wel ongefilterd zijn boodschap verkondigen.’
Tekst gaat verder na afbeelding.