Of een kunstwerk geslaagd is, wordt door twee dingen bepaald, volgens kunstcriticus en filosoof Maarten Doorman: het kunstwerk zelf en de toeschouwer. Deze toeschouwers bevinden zich tegenwoordig steeds meer online, waar een protest zelfs kan leiden tot het verwijderen van kunst. Is dat cancel culture? “Je moet niet meteen oordelen, maar het gesprek aangaan.”

Maarten Doorman is schrijver en filosoof. Hij doceerde kunstkritiek aan de Universiteit van Amsterdam en nu cultuurfilosofie aan de Universiteit Maastricht. In 2016 schreef hij De Navel Van Daphne, een boek over de beeldende kunsten. Hij behandelt daarin hoe hedendaagse kunstenaars vaak met een boodschap de wereld intrekken. Maar levert dat goede kunst op? Mag alles in de kunst of zijn er grenzen?

Het kunstwerk van Erik Kessels: Destroy My Face

Medialogica over hoe een kunstwerk na een fel online protest van een skatebaan wordt verwijderd. Cancel culture, of een zelfreinigend vermogen van de kunsten?

Donderdag 3 december 22:20 - NPO 2

Klik op 'open' voor meer informatie

Het is in de media aangehaald als het Nederlandse voorbeeld van cancel culture: het verwijderen van het kunstwerk Destroy My Face van Erik Kessels. In september dit jaar presenteert de fototentoonstelling BredaPhoto het werk op een skatebaan van Pier15. Daarop zijn foto’s geplakt van ‘vrouwengezichten’ die plastische chirurgie ondergingen. Het gaat hier niet om echte gezichten, maar om artificiële afbeeldingen die op basis van een algoritme tot stand zijn gekomen. Skaters zouden de gezichten langzaam maar zeker kapotrijden. Volgens Kessels is het kunstwerk een aanklacht tegen het schoonheidsideaal dat ons via sociale media wordt opgedrongen.

Volgens critici is het een zeer vrouwonvriendelijk werk. Onder de naam We Are Not A Playground beginnen de tegenstanders een petitie. De sneeuwbal die online begint te rollen veroorzaakt een lawine van reacties waar niemand meer controle over heeft. Binnen no time ondertekenen duizenden mensen uit onder meer de kunstwereld de petitie. Ook binnen de vrouwelijke skatewereld wordt er via sociale media met afgrijzen gereageerd. Kessels en het skatepark worden voor vrouwenhaters uitgemaakt. Als de sponsoren van Pier15 zich dreigen terug te trekken, wordt het kunstwerk verwijderd, nog voordat er een echt gesprek heeft plaatsgevonden.

Hoe kan een online protest ertoe leiden dat het kunstwerk van Erik Kessels binnen een week wordt verwijderd? Wat betekent het voorval voor het publieke debat over de kunsten? Wat beweegt de actievoerders? En is hier nu sprake van cancel culture?

Geslaagde kunst opent tot een gesprek

Donderdag 3 december gaat de uitzending van Medialogica over het fotokunstwerk van Erik Kessels, dat na een heftig online protest is verwijderd van een skatebaan in Breda. Doorman volgt de commotie rond het werk op de voet. “Aanvankelijk vond ik het werk van Kessels als kunstwerk niet zo geslaagd. Ik zie de reclameman die zich als kunstenaar opstelt. Is dit wel een kunstwerk dat mensen aan het twijfelen brengt?” 

Toch verandert zijn mening als het kunstwerk viral gaat op internet en er verschillende reacties op komen. Sommige reacties zijn positief, maar er zijn ook mensen die het werk vrouwonvriendelijk vinden. “Ik vond het effectbejag, totdat er ophef over het werk ontstond. Andere gezichtspunten kwamen langs en nu vind ik het interessanter dan eerst. De discussie voegt iets aan het kunstwerk toe.”

Belangrijk debat niet gevoerd

Het is volgens Doorman goed wanneer kunst debatten aanzwengelt. “Kunst is meerduidig. Ik vond de gang van zaken rond het werk van Kessels daarom bijzonder. Het was jammer dat nadat met succes de verwijdering van een kunstwerk geist was, de publieke discussie uitbleef."

Daarin is ook een rol weggelegd voor de kunstkritiek. “Die heeft dit debat grotendeels laten liggen. Het zou in de discussie toch vooral moeten gaan over de vraag of het een geslaagd kunstwerk is in plaats van meteen te focussen op boycot en cancel culture. Maar de critici bleven bleven stil.”

Doorman denkt dat de betrokken partijen Kessels’ kunstwerk onder dreiging van een boycot in dit geval wel erg snel verwijderd hebben. “Ik had liever binnen een paar dagen een pop-up symposium gezien van tegenstanders, kunstcritici en voorstanders met pers en media, maar dat is natuurlijk lastig wanneer mensen niet willen komen praten.”

Kunst is dubbelzinnig

“Goede kunst is altijd wat het niet is," zegt Doorman. "Het is dubbelzinnig, denk aan ‘Ceci n’est pas une pipe’. Morele en politieke uitspraken zijn doorgaans echter ondubbelzinnig. Daarom is politiek of moreel relevante kunst altijd, op een positieve manier, problematisch.”

Of een kunstwerk geslaagd is wordt volgens Doorman door twee dingen bepaald: het kunstwerk zelf en de toeschouwer. Sinds de romantiek maakt de kunstenaar iets dat pas wordt voltooid door de interpretatie of ervaring ervan. Zoals Roland Barthes over literatuur schreef: ‘Met de dood van de auteur wordt de lezer geboren.’ Er is dus nooit een eenduidige betekenis van een kunstwerk.

Volgens Doorman mag kunst best beledigen, schuren of shockeren. “Goede kunst is vaak onbehaaglijk, wil taboes verkennen en twijfels oproepen.” Om deze reden komen er in de kunst ook regelmatig onderwerpen als geweld, sadisme en dierenmishandeling voor. “Wat, zoals ik in mijn boek laat zien, nog niet betekent dat de kunstenaar zich ermee vereenzelvigt. Maar de vraag blijft steeds of kunst goed is. Kunstenaars werken in een domein waar terecht veel vrijheid is, maar dit is geen vrijbrief om buiten dat domein te kwetsen of je boven ethiek verheven te voelen. In de kunst ligt de grens van wat kan bij ieder werk anders.”

Framing in de media

Doorman ging beter naar het werk van Kessels kijken toen hij het in de media voorbij zag komen. Hierdoor was zijn idee van het werk in het begin minder genuanceerd dan nu. “In het geval van Kessels ben ik te snel meegegaan met de berichtgeving van de pers,” vertelt hij. In verschillende media ontstond het beeld van cancel culture waarbij een anonieme actiegroep opereerde. “Ik las dat anonieme mensen zich ertegen hadden uitgesproken. En ik vind dat wanneer je verwijdering van een kunstwerk eist, je ook het gesprek moet durven aangaan.”

Nadat Doorman echter zag dat het niet ging om een anoniem bezwaar, en dat er met naamsvermelding een petitie werd ondertekend, betrapte hij zichzelf op te veel vertrouwen in berichtgeving van kranten als de Volkskrant. “Een leermomentje," aldus Doorman.

Cancel culture

Is de verwijdering van het werk van Kessels een voorbeeld van cancel culture? Doorman twijfelt. Toch denkt hij dat, los van dit gebeuren, we niet blij moeten zijn met cancel culture in de kunst en in het publieke debat. “De methode van cancel culture vind ik niet goed voor de kunst, waar juist veel meer mogelijk zou moeten zijn dan elders in de maatschappij.”

We kijken in Europa dan ook te veel naar Amerika, vindt Doorman. “Waar cancel culture de bittere vrucht is van een cultuur van toenemende, uit religieuze tradities voortkomende onverdraagzaamheid. Terwijl we in Europa hopelijk meer staan voor meningsvrijheid en open gesprekken. Ik heb begrip voor de sociale achtergrond van cancel culture die de machtelozen een stem wil geven door een dominant discours tot zwijgen te brengen maar ik ben er sceptisch over. Je moet altijd het gesprek willen aangaan als er een podium is.”

Doorman vervolgt: “Sociale media zorgen voor een humorloze versimpeling en radicalisering in het debat over dit soort onderwerpen, waardoor de uitkomst ook zo onbevredigend is. Het weghalen van een werk voordat het gesprek hierover heeft plaatsgevonden laat een verkeerd soort leegte achter. Terwijl kunst die tot ophef leidt, zo oud is als de kunst zelf.”