Tromp hield de procentuele toename van het totale aantal testen naast die van de positieve testen. “Zijn ze gelijk, dan wordt de toename van het aantal besmettingen verklaard door de toename van het aantal tests.”
Hij legt het uit aan de hand van een voorbeeld: “Stel je hebt een fictief dorp en daar doen ze tien coronatesten. Van die tien testen, zijn er twee positief. Als de regel is dat wanneer je meer gaat testen, er meer mensen positief worden getest, dan zou het aantal positieve testen hetzelfde toe moeten nemen met het aantal testen. Stel we verdubbelen het aantal testen van tien naar twintig. Hoeveel testen er dan positief? Die verdubbelt dan ook: van twee naar vier. Als je er vanuit gaat dat het aantal positieven volledig wordt verklaard door de toegenomen testen, dan is dit het plaatje.”
Wanneer je de percentages van het totaal aantal testen naast de percentages van de positieve testen legt, zie je dat ze niet hetzelfde toenemen. “Het is dus niet zo dat bijvoorbeeld het aantal testen met dertig procent groeit en het aantal positieven ook.” Hier zie je de testdata van de GGD’s tot en met week 37: