In Brainwash Zomerradio van Human interviewt presentator Floortje Smit denkers aan de hand van muziek. Welke nummers zijn vormend geweest voor hun identiteit en denken? Deze lessen kunnen we leren van filosoof Simon(e) van Saarloos.

1. Wat als we net zoveel van zwarte mensen zouden houden als van zwarte cultuur?

Niet zo lang geleden ging een video viraal met de vraag: What if America loved black people as much as it loves black culture? Dat is een vraag die Simon(e) van Saarloos zich ook stelt als ze na het maken van haar muzieklijst voor Brainwash Zomerradio moet concluderen dat ze voornamelijk zwarte artiesten heeft geselecteerd. Wat betekent dat?

Het deed Van Saarloos denken aan het nummer Stars van Nina Simone, wat ze koos vanwege een Zomergasten-aflevering met acteur Wim Opbrouck, die vorig jaar werd uitgezonden. Hij sloot af met dit nummer, noemde het magnifique en sprak over de getormenteerde ziel van de kunstenaar. Hij ging vervolgens niet in op de vraag waarom zij zo getormenteerd was. Alsof lijden bij kunstenaarschap hoort, en niets te maken heeft met het feit dat Nina Simone een zwarte vrouw was. Het feit dat zij een zwarte vrouw was, kleurde haar werk en haar persoon. Daarnaast was zij de eerste vrouwelijke maker van kleur in een lijn van mannelijke makers. Dit laat zien hoe witte mensen graag met zwarte cultuur dwepen, maar wat weet je er werkelijk van? Zo eigen je je het werk toe, zonder je te verbinden aan de politieke strijd.

Tekst gaat door onder de afbeelding

Zangeres Nina Simone

Het doet ook direct denken aan tijden van slavernij, waarbij tot slaaf gemaakten werden gedwongen om te dansen of muziek te maken, om zichzelf presenteerbaar te maken. Mensen werden behandeld als beesten, maar op het moment dat ze verkocht moesten worden, moest de illusie ontstaan dat de tot slaaf gemaakte eigenlijk heel blij was met deze positie. Deze geschiedenis is nog steeds voelbaar als je zwarte mensen voor een overwegend wit publiek ziet spelen. Deze verhouding moet je altijd in acht nemen.

Nina Simone zingt Stars in een concertzaal, waarbij er blijkbaar iemand opstaat. Dan zegt ze: 'Sit down!' En dan wordt er gelachen. Er wordt gedaan alsof ze als kunstenaar een kunstje komt doen, entertainment komt verzorgen, terwijl ze een moment van weigering laat zien. Jullie voelen iets bij mijn pijn, houden van de pijn in mijn muziek, maar daarna gaan jullie naar huis en lopen jullie veilig over straat omdat jullie wit zijn, en niet bang hoeven te zijn voor de politie. Het is aantrekkelijk om van buitenaf de getormenteerde kunstenaar te vieren, maar ga er maar aan staan als je daadwerkelijk lijdt, depressief bent, met geweld te maken hebt. Dan kunnen we wel fijn vieren dat er mooie muziek uitkomt, maar durven we ons ook verder te verbinden?

2. Het is kwetsbaar om te willen zonder te verwachten

'Als willen hebben is, ben ik de rijkste man op aarde', zingt rapper Fresku. Van Saarloos vindt dat mooi, omdat het gaat over de wil en niet het hebben. Je kunt eindeloos willen zonder dat je verwacht dat het je toekomt. Dat is een kwetsbare houding, dat je je wil uitspreekt zonder dat je verwacht dat je in die wil wordt bevestigd. Dat kan in de liefde zijn, of het kan gaan over materie, of over politieke dromen. Fresku maakt het politieke persoonlijk, als hij zegt: 'net zo hard als dat ik vrijheid wil voor de Palestijnen.'

Rapper Fresku

In het programma The Therapist gaat Fresku in gesprek met intercultureel psychiater Glenn Helberg over de druk van mannelijkheid, het jezelf voortdurend onderwijzen over homofobie en opgroeien met geweld zonder dat te reproduceren. Schrijver Maggie Nelson vraagt: 'Can fragility be as hot as bravado?' Fresku antwoordt daar volmondig 'ja' op. Bravoure komt voort uit je ergens boos over maken, wat alleen kan bestaan als je ergens werkelijk om geeft. Willen is hard en agressief, het je durven uitspreken, maar het heeft ook kwetsbaarheid in zich. Je hebt een kwetsbare verhouding tot de wereld waarin je leeft, je komt eruit voort en je bent niets anders dan dat. Dus die wereld gaat je aan.

3. Wegkijken om beter te kunnen zien

We hebben als land de afgelopen jaren voortdurend aandacht besteed aan Wilders. Van Saarloos merkt op dat je weinig meningen over Wilders tegenkomt waarvan je denkt: die had ik nog niet gehoord. Je bent het uiteindelijk wel zat om naar Wilders te kijken. En dat is gevaarlijk, omdat er een afkalving van nieuwsgierigheid zich voordoet. Daarom vraagt Van Saarloos: kijken we wel naar Wilders als we naar Wilders kijken? Wat gebeurt er als je naar de dingen eromheen gaat kijken?

In het schrijven van haar boek over Wilders, Enz.: Het Wildersproces, was Van Saarloos bang om verliefd te worden op Wilders, want wat is verliefdheid meer dan een irrationele obsessie? Er kan overidentificatie ontstaan als je intensief naar iets gaat kijken, of geobsedeerd met iets bezig bent. Verliefdheid komt voort uit het kijken zelf. Eros schiet geen pijltje en dan ben je ineens verliefd, het is waar je je ogen op richt. Waar je je ogen op richt bepaalt alles.

Van Saarloos probeerde weg te kijken van datgene wat vooraf belangrijk is gemaakt, en te onderzoeken wat er gebeurt als je daar niet naar kijkt. Naar de omgeving kijken is een manier om te voorkomen dat je niet helemaal wegkijkt. Ze keek naar de randfiguren rondom het proces. Mensen die er zogenaamd niet toe deden, zoals de griffier. Hij is altijd aanwezig, maar kan nooit iets zeggen. En dit was de enige persoon van kleur in de zaal. De journalisten, de rechters, de advocaten: iedereen was wit. Dus Van Saarloos ging zich bezighouden met de griffier. Op een gegeven moment viel het n-woord, wat het absurde resultaat had dat de griffier dat dan moet uittikken.

Opvallend was dat ook Wilders de griffier noemde in zijn slotpleidooi, waarin hij zei dat verdraagzaamheid een subjectief begrip is, en vroeg of de rechter alle PVV-stemmers kende, 'uw tuinier, uw chauffeur, of de vriendin van de griffier?' Daarbij keek de griffier op, en realiseerde Van Saarloos een soortgelijke vorm van afleidend kijken naar de randfiguren leek te doen, en dat dit misschien wel was waar hij goed in is.

'Witte mensen dwepen graag met zwarte cultuur. Zo eigen je je het werk toe, zonder je te verbinden aan de politieke strijd.'

Simon(e) van Saarloos

4. De verhalen van rouw die je niet kunt loslaten zijn moeilijk te vertellen

Amy Leon schreef het nummer Burning in Birmingham voor Sarah Collins, die een Ku Klux Klan bombardement uit 1963 overleefde en haar oog kwijtraakte. Haar jongere zusje overleefde het niet. Amy Leon vroeg zich af waarom wij Sarah Collins niet kenden. We kennen vaak wel de namen van de doden, maar Collins bleef leven, dus zij is niet bekend. Sarah Collins moest haar hele leven de ziektekosten uit eigen zak betalen. Leon schreef dit nummer om haar verhaal te vertellen en een crowfunding voor haar te starten.

Volgens Van Saarloos wordt de dood vaak belangrijker gevonden dan het leven. Een verhaal houdt op met de doden, daar wordt om gerouwd. Maar hoe leef je verder? In de filosofie is het een klassiek onderscheid dat de mannen zich bezighouden met de dood (hoe komt het dat we als mensen kunnen leven in het licht van de dood?) en vrouwen met het leven (wat betekent het om door te gaan, wat betekent het om te leven?).

Vrouwen zijn in staat om leven te schenken, maar mannen kunnen alleen leven nemen, dus de meeste eer wordt geschept in het doden, volgens filosoof Simone De Beauvoir. Hannah Arendt schreef over nataliteit, over wedergeboorte: je kan altijd iets nieuws geboren laten worden. Het leven is complex, het haakt overal in. De dood is duidelijk, maar de werkelijkheid van leven, doorleven, is complex.

De meeste mensen na een aanslag moeten doorleven, maar die verhalen zijn moeilijker te vertellen. De rouw beïnvloedt je verdere leven, maar is moeilijk te vatten. Jezus mocht sterven na zijn lijden, volgens het toneelstuk Is God Is, maar wij moeten door. De held sterft, maar de rest moet verder.