Een kritische aarzeling bij de één, een te rooskleurig verhaal bij ander. Maar na weken van bellen, kwamen dan toch de verhalen. Waar wijkagenten geen blad voor de mond nemen, is wel eerst vertrouwen nodig. Overigens hadden ze allemaal een antwoord als we vroegen of we gelegen belde: "Mijn telefoon staat altijd aan." Kennelijk nemen veel wijkagenten dat voor lief en dat geldt ook voor de werkdruk.
Uit onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid komt naar voren dat de wijkagent veel bezig is met de afhandeling van 112-meldingen en het verlenen van noodhulp. Brandjes blussen dus. Doordat de wijkagent minder in staat is om de thermometer van de wijk te zijn, gaat hij met minder informatie op een melding af, wat 'm vervolgens weer meer in gevaar kan brengen. De kans dat de wijkagent meer repressief moet optreden neemt toe.
En dat terwijl de politie juist de nadruk wil leggen op het preventieve werk en de signaleringsfunctie van de wijkagent. Ze zijn tenslotte de oren en ogen van de politie in de wijk. Meer kennis over de wijk en vertrouwen van de bewoners betekent meer kans op een goede afloop als de wijkagent erbij geroepen wordt. "Je moet oppassen dat je geen afvoerputje voor alle meldingen wordt," horen we van veel wijkagenten over de telefoon.