Volgens mbo-docent Hind komt zij met haar collega’s steeds minder toe aan hun core-business: lesgeven. Groter wordende rugzakjes en complexere problematiek bij studenten eisen steeds meer tijd en energie van de docent. Hoe Hind dat oplost? "Wat heel erg helpt is dat we van elkaar leren, als docenten onder elkaar, maar ook zeker van de student. We hebben klassenvertegenwoordigers die aangeven wat ze belangrijk vinden, wat voor hen een goeie docent is en waar zij behoefte aan hebben."
Eén zo’n klassenvertegenwoordiger is Lutienne, die meteen hamert op het belang van blijven communiceren. "Onze docent staat altijd voor ons klaar. Ze vraagt iedere week hoe we ons voelen en hoe het met ons gaat. Als er iets is, kunnen we haar altijd appen of bellen, ook buiten haar werk. Al is het midden in de nacht. Die ondersteuning geeft meteen een warm gevoel aan de klas." Dat kan uiteraard energie vreten, "maar je krijgt er ook heel veel voor terug, als je ziet dat studenten zo goed bezig zijn," weet Hind. "Het vraagt wat meer skills, veel meer dan wat je eigenlijk hebt geleerd bij de lerarenopleiding."
Minister Van Engelshoven: "Kijk, de taak van de school is primair onderwijs geven, studenten goed begeleiden, ja en voor een deel is dat ook wel zorg. En daar hebben we ook zorgcoördinatoren voor op school, en zorgstructuren. Maar we mogen niet van het onderwijs verwachten, en dat gebeurt af en toe iets te veel, dat ze álle problemen die studenten thuis hebben kunnen oplossen."
Tekst gaat door onder de video