In de eerste uitzending van 'De publieke tribune' gingen studenten, docenten en opiniemakers in gesprek met onderwijsminister Ingrid van Engelshoven. En dat leverde een aantal interessante lessen op.

Volgens de Inspectie van het Onderwijs gaat het met studenten in het mbo steeds beter, stromen ze hoger in en halen ze steeds vaker een diploma op een hoger niveau. Scholen en opleidingen maken steeds meer werk van gelijke kansen, en volgens de Inspectie zijn het nu juist de leerlingen met een migratieachtergrond die daarvan profiteren. Zij vallen minder vaak uit en een hoger percentage haalt een diploma, aldus De Staat van het Onderwijs 2019.

Maar toch vallen er nog flink wat interessente lessen te trekken uit de praktijk, zo bleek uit de eerste aflevering van 'De publieke tribune', waarin onderwijsminister Ingrid van Engelshoven, onder leiding van Coen Verbraak, in gesprek ging met docenten en studenten.

#1. Met lage verwachtingen schiet niemand iets op

"Ik kom door heel het land op heel veel mbo-scholen en ik zie ’s ochtends drie, vier studenten in het klaslokaal en de school schrikt er gewoon al niet meer van," aldus Karim Amghar, die zelf docent op een lerarenopleiding in Leiden is. "Die scholen hebben enorme lage verwachtingen van hun studenten. Studenten komen niet opdagen en zijn niet gemotiveerd meer. En ik neem het ze niet eens kwalijk, want ze wórden niet serieus genomen, al twintig jaar lang." Docent Hind weet ook als geen ander dat mbo-studenten best wel wat meer van zichzelf mogen verwachten.

Tekst gaat door onder de video

"Ik had een klein beetje geloof nodig"

Mohammed Saiah was ook zo'n mbo-student, maar heeft naar eigen zeggen heel veel geluk gehad. "Ik had een klein beetje geloof nodig en dat kreeg ik uiteindelijk van een docent op niveau 4. Ik heb niveau 2, 3 en 4 gedaan en het lukte me pas bij m'n laatste opleiding om een docent te vinden die doorhad dat ik wat had. Die waardeerde wat ik deed en dat was voor mij in ieder geval heel erg belangrijk. Alles wat ik nu doe, deed ik al op het mbo, alleen werd dat toen nooit als goed gezien en werd ik altijd de klas uitgestuurd. Omdat ik te assertief was, omdat ik kritisch was, omdat ik een andere kijk had op zaken dan de docent. En dat is precies hetgeen wat ik nu aan het doen ben en waarvoor ik ook geroemd word als gemeenteraadslid in Utrecht."

#2. Lerarenopleidingen sluiten onvoldoende aan op de praktijk

Volgens mbo-docent Hind komt zij met haar collega’s steeds minder toe aan hun core-business: lesgeven. Groter wordende rugzakjes en complexere problematiek bij studenten eisen steeds meer tijd en energie van de docent. Hoe Hind dat oplost? "Wat heel erg helpt is dat we van elkaar leren, als docenten onder elkaar, maar ook zeker van de student. We hebben klassenvertegenwoordigers die aangeven wat ze belangrijk vinden, wat voor hen een goeie docent is en waar zij behoefte aan hebben."

Eén zo’n klassenvertegenwoordiger is Lutienne, die meteen hamert op het belang van blijven communiceren. "Onze docent staat altijd voor ons klaar. Ze vraagt iedere week hoe we ons voelen en hoe het met ons gaat. Als er iets is, kunnen we haar altijd appen of bellen, ook buiten haar werk. Al is het midden in de nacht. Die ondersteuning geeft meteen een warm gevoel aan de klas." Dat kan uiteraard energie vreten, "maar je krijgt er ook heel veel voor terug, als je ziet dat studenten zo goed bezig zijn," weet Hind. "Het vraagt wat meer skills, veel meer dan wat je eigenlijk hebt geleerd bij de lerarenopleiding."

Minister Van Engelshoven: "Kijk, de taak van de school is primair onderwijs geven, studenten goed begeleiden, ja en voor een deel is dat ook wel zorg. En daar hebben we ook zorgcoördinatoren voor op school, en zorgstructuren. Maar we mogen niet van het onderwijs verwachten, en dat gebeurt af en toe iets te veel, dat ze álle problemen die studenten thuis hebben kunnen oplossen."

Tekst gaat door onder de video

#3. Docenten moeten weten wat we van ze verwachten

Wat die docent voor die klas allereerst zelf heeft als verwachting is: ik ga mijn fantastische vak geven. Maar wat er in de praktijk gaat gebeuren is dat die docent eigenlijk sociaal-psychologisch wordt verklaard tot leider van een mini-samenleving, aldus socioloog Iliass El Hadioui van de Erasmus Universiteit Rotterdam. "Het gaat dus vooral over het managen van het de groepsdynamiek."

Volgens El Hadioui zorgen dat soort aspecten ervoor dat docenten gaan twijfelen of ze wel het juiste vak hebben gekozen. "Een deel van de docenten zegt dan: 'Ja, maar daarvoor heb ik niet gekozen voor het vak'. En dus krijg je binnen het docententeam heel veel discussies, en soms ook onenigheid, op een vrij fundamentele vraag: wat verwacht de samenleving eigenlijk in godsnaam van die docent? Is dat de didacticus? Die heel erg met ambachtelijke kennis in het mbo dan naar voren komt? Of is dat eigenlijk de persoon die veel meer maatschappelijk vormend is en goed met die groepsdynamiek kan omgaan?"

Tekst gaat door onder de video

#4. We hebben helaas geen kansengelijkheid

In de uitzending noemt minister Van Engelshoven vrijwel direct dat we moeten ophouden met het alsmaar hebben over het imago van het mbo. "Het is mega-belangrijk onderwijs, en laten we vooral ook trots zijn op het feit dat er zo ongelofelijk veel goed gaat."

Maar toch moet ze ook toegeven dat kansen er nog niet voor iedereen zijn in Nederland. "Niemand heeft beweerd, ik als oud-onderwijswethouder in Den Haag al helemaal niet, dat er in dit land kansengelijkheid is. Nee, die hebben we nog niet en daar moet nog heel veel aan gebeuren. Dat lossen we ook niet van vandaag op morgen op. Maar we hebben het wel met elkaar onderkend en we weten dat we daar nog stappen moeten zetten."

#5. Leraren in de grote stad mogen we best een handje helpen

Op de vraag van Karim Amghar waarom we niet naar het systeem durven te kijken, antwoordt minister Van Engelshoven resoluut: "Omdat het systeem iedere keer helemaal op de schop gooien ook niet helpt en er vooral voor zorgt dat er veel energie verloren gaat."

Maar dat betekent volgens haar niet dat we niks moeten doen. "De doorstroom moet beter. Voor jongeren voor wie dat echt ingewikkeld is, moeten we die overstap van voortgezet onderwijs naar mbo makkelijker maken, zodat je dat zelfs drempelloos kunt doen."

"Ook moeten we inderdaad eens goed gaan kijken naar onze lerarenopleidingen. Geven we die de goeie dingen mee? En moeten we inderdaad niet gaan kijken of het, als je leraar wilt worden in de grote stad, ook niet iets extra’s vraagt van je vaardigheden?"

Extra vaardigheden, extra betaald?

Volgens Karim Amghar zijn we dat die docenten minimaal verplicht. "We nu zien dat het lerarentekort het grootste is in die wijken daar waar we ze nodig hebben. In de Schilderswijk, in Kanaleneiland, in Amsterdam Nieuw-West, Rotterdam-Zuid. Ik zou zeggen: draai aan die knop. Durf gewoon te zeggen: Ja, als jij in een moeilijke wijk lesgeeft, waar veel zorg nodig is, dan moet jij gewoon meer betaald krijgen, dan iemand die in Wassenaar lesgeeft, die eigenlijk gewoon lekker ontspannen half negen z’n lesje kan beginnen en om half drie klaar is."

Dit is ook interessant