Karel van het Reve heeft wel eens opgemerkt dat het antisemitisme in Nederland sterker was na de oorlog dan voor de Tweede Wereldoorlog.

Dat lijkt onlogisch, maar volgens Karel was er gewoon iets blijven hangen van de nazipropaganda. Misschien moet in dat licht het bericht worden gezien dat de Oranje-prinsesjes Irene en Margriet bij Joodse kinderen werden weggehouden, toen de twee op de Nieuwe Baarnsche School werden geplaatst. Een en ander zou zijn gebeurd op “aandringen van een bepaalde kring van Baarnse ingezeten”. Het hof wist ervan, maar deed niets.

De historicus Bart Wallet zocht het uit en schreef er een stuk over in het NIW: Van vergeten Joden en een spirituele Koningin. Een onthutsend stuk. Wallet refereert een geheimzinnige toespraak van opperrabbijn Schuster, die – zonder namen te noemen – had gezegd dat antisemitisme na de oorlog weer voorkwam, zelf in kringen waarvan je het niet verwacht zou hebben:

“Hoewel de Nederlandse pers Schusters toespraak vrijwel volledig verzweeg, bleef hij niet onopgemerkt. Met koningin Juliana, prins Bernhard, de regering en vele politici onder zijn gehoor verklaarde hij in zijn toespraak dat ‘een antisemitische ideologie haar sporen in Nederland had nagelaten, zelfs in kringen waar dit voorheen ondenkbaar was geweest’. Politici en koningin Juliana vroegen zich af wat de Amsterdamse opperrabbijn nu precies bedoeld had. Zowel de particulier secretaris van de koningin, mr. Jan van der Hoeven, als mr. Jan Anne Jonkman, de voorzitter van de Eerste Kamer, vroegen Schuster zich nader uit te spreken. Schusters kritiek richtte zich op de naoorlogse behandeling van Joden. Terwijl voor de oorlog de regering steeds rekening had gehouden met de Joodse gemeenschap, leek het na 1945 of de Joden verdwenen waren. Bij onderwerpen die Joods Nederland raakten werd door politici geen contact meer opgenomen, rond thema’s die zeer gevoelig lagen – de behandeling van de Joodse oorlogspleegkinderen, de rituele slacht – werden besluiten genomen die ronduit kwetsend waren”.

Lees het hele stuk . Lees ook het interview met Wallet in Trouw. Hij zegt onder meer:

"Zodra op die school bekend werd dat de prinsesjes zouden komen, stonden de ouders vooraan om hun kroost bij hen te laten indelen. Het schoolbestuur maakte een lijst welke kinderen sociaal gezien het meest wenselijk waren, en welke kinderen wat dat betreft buiten de boot vielen. En dat is de conclusie: de Joodse kinderen hoorden niet bij de sociaal-wenselijke kring. Dat was al pijnlijk, maar dat het hof besloot: daar mengen wij ons verder niet in, vormde de grootste teleurstelling. Het koningshuis had kunnen ingrijpen, maar deed dat niet."

Brrr…wat woonden daar een gruwelijke types in Baarn. Ik begrijp nu waarom mijn vader soms bleef zitten, als het Wilhelmus werd gespeeld.