Je hoort religieuzen er wel eens over klagen dat de vrijheid van godsdienst in gevaar is.

Je hoort religieuzen er wel eens over klagen dat de vrijheid van godsdienst in gevaar is. Uit een interessant bericht vorige week in Trouw, dat je gemakkelijk over het hoofd ziet, blijkt dat het allemaal reuze meevalt. Misschien slaat de wijzer juist door naar de andere kant en heb je als gelovige privileges die anderen niet hebben. Het recht om te discrimineren bijvoorbeeld.

Het speelt zich af bij het christelijk kinderdagverblijf De Kleine Reus in Zwolle. Daar werd een groepsleidster ontslagen, die maar geen onderdak kon vinden bij de juiste kerk. God houdt zulke namelijk nauwkeurig in de gaten. Haar contract werd niet verlengd, en dat mag volgens het College van de Rechten van de Mens.

“In 2014 dient de vrouw een verzoek in bij het College voor de Rechten van de Mens. Is hier geen verboden onderscheid gemaakt op grond van godsdienst? Er is wel inderdaad onderscheid op grond van godsdienst gemaakt, stelt het College. Maar niet elk onderscheid is verboden. Of een meelevend kerklidmaatschap nodig is voor het type christelijke identiteit dat de kinderopvang nastreeft, is een vraag van theologische aard. Daar brandt het College zich niet aan. Maar het is wel van oordeel dat De Kleine Reus voldoende verband heeft gelegd tussen de kerkeis en de grondslag van het bedrijf. De eis mag dus gesteld worden,” aldus Trouw.

Kleine reuzen, kleine geesten.