Recent in het nieuws: twee mensen die bewust hebben besloten de maatschappij de rug toe te keren om in isolatie te gaan leven. Met de een loop het vooralsnog goed af, de ander vond een eenzaam dood in een ver land.

Waarom kiezen mensen voor een leven alleen, weg van de moderne wereld, los van de samenleving?

GWR-lezer Anna van Kooij, fotograaf te Utrecht, schrijft: ‘De maatschappij wordt drukker, voller en dwingender. Steeds meer mensen hebben de behoefte zich daaraan te onttrekken. Mensen gaan buiten de stad wonen, of ze emigreren.’

Zo berichtte Omroep Brabant over Martin Krijnen die op een dag besloot zijn huurhuis te verlaten en alleen in de bossen te gaan wonen. Hij heeft geen bankrekening meer, geen verzekering, geen inkomen. Krijnen: ‘Ik luister naar de vogeltjes. Ik luister naar mijn vuurtje dat brandt. Ik vermaak me hier prima.’

En dan is er de zaak van Tom van Boheemen wiens overblijfselen in 2012 in een slaapzak onder een boom bij Kalgoorlie, Australië, werd gevonden. Hij was elf jaar geleden spoorloos verdwenen — in Vlissingen.

Eveneens waar gebeurd is het verhaal van Aron Ralston, een klimmer en buitensporter die zes dagen lang ergens in de canyons van Utah vast kwam te zitten toen een rotsblok op zijn arm viel.

Hij was alleen. Uit vrije wil.

In de speelfilm die Danny Boyle in 2010 over zijn verhaal maakte, blijkt dat Ralston (James Franco) zich op euforische wijze wentelt in zijn isolatie.

Op de ochtend van zijn vertrek naar het natuurgebied laat hij bewust niemand weten waar hij naar toe gaat. Hij doet zijn koptelefoon op en stapt in de auto.

Tijdens het wandelen en klimmen ontmoet hij twee meisjes die de weg kwijt zijn. Hij helpt hen; hij gaat zelfs even met hen mee zwemmen en plezier maken. Maar meer dan dat wil Aron niet. Hij voelt zich aangetrokken tot een van de meisjes, maar is er niet toe in staat een connectie met haar te maken. Interesse heeft Aron alleen voor zichzelf.

Een paar uur later staart hij de dood in het gezicht: zijn arm krijgt hij met geen mogelijkheid los. Terwijl het einde nadert flitst zijn leven voor hem voorbij.
Regisseur Boyle benadrukt met snel gemonteerde beelden de jachtige aard van het moderne bestaan: massa’s mensen in steden, schreeuwend en duwend in de publieke ruimte. Ieder greintje menselijkheid verdwijnt.

De paradox: Aron probeert zijn menselijkheid terug te winnen door alleen te leven, maar deze isolatie dreigt voor hem dodelijk te worden.

De afloop: op gruwelijke wijze amputeert hij zijn arm waarna hij stervend het verlaten landschap in strompelt. Per toeval vond een gezin hem. Hulp wordt meteen ontboden. De ‘samenleving’ komt in actie: Aron krijgt verzorging.

‘127 Hours’ laat zien dat individualiteit een deugd is: juist door zijn zelfredzaamheid overleeft Aron. Maar daar staat tegenover dat zijn zelfzuchtige karakter hem bijna fataal was geworden. Nu heeft hij een tweede kans, niet ‘alleen op de wereld’, maar samen met anderen.